Uitspraak 201501372/1/R4

Tegen: de raad van de gemeente Den Haag

Proceduresoort: Eerste aanleg - enkelvoudig

Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen Zuid-Holland

ECLI: ECLI:NL:RVS:2015:3732

201501372/1/R4.

Datum uitspraak: 9 december 2015

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak in het geding tussen:

1. [appellant A] en [appellant B], beiden wonend te Den Haag (hierna tezamen en in enkelvoud [appellant]),

en

de raad van de gemeente Den Haag,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 18 december 2014 heeft de raad het bestemmingsplan "Archipelbuurt e.o." vastgesteld.

Tegen dit besluit heeft [appellant] beroep ingesteld.

De raad heeft een verweerschrift ingediend.

De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 13 november 2015, waar [appellant A] en [appellant B], en de raad, vertegenwoordigd door ir. M.J.A. Strooper en mr. M. Soetbrood Piccardt, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan heeft de raad beleidsvrijheid om bestemmingen aan te wijzen en regels te geven die de raad uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening nodig acht. De Afdeling toetst deze beslissing terughoudend. Dit betekent dat de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden beoordeelt of aanleiding bestaat voor het oordeel dat de raad zich niet in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening. Voorts beoordeelt de Afdeling aan de hand van de beroepsgronden of het bestreden besluit anderszins is voorbereid of genomen in strijd met het recht.

2. Het plan voorziet in een actueel juridisch-planologisch kader voor de Archipelbuurt in Den Haag. Het beroep van [appellant] richt zich tegen de bestemming die in het plan is toegekend aan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan.

Ontvankelijkheid

3. De raad stelt dat het punt van [appellant] over de aanpassing van artikel 17, lid 17.1, van de planregels en het punt over het begrip wijkontsluitingsweg niet steunt op een naar voren gebrachte zienswijze, zodat het beroep van [appellant] in zoverre niet-ontvankelijk is.

3.1. Ingevolge artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb alsmede met artikel 6:13 van de Awb, kan door een belanghebbende geen beroep worden ingesteld tegen onderdelen van het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarover hij bij het ontwerpplan geen zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden verweten dit te hebben nagelaten.

3.2. Het door [appellant] bedoelde artikel 17, lid 17.1 van de planregels en het begrip wijkontsluitingsweg hebben betrekking op het plandeel met de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" en het plandeel met de bestemming "Verkeer-Straat". In de door [appellant] naar voren gebrachte zienswijze heeft hij gesteld dat de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan een ontsluitingsweg is en dat daarom daaraan de bestemming "Verkeer-Straat" dient te worden toegekend, zoals weergegeven in artikel 17, lid 17.1 van de planregels. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het oordeel dat beroepsgronden zijn ingebracht tegen een onderdeel van het besluit tot vaststelling van een bestemmingsplan waarover bij het ontwerpplan geen zienswijze naar voren is gebracht. Het beroep van [appellant] is ontvankelijk.

Inhoudelijke gronden

4. [appellant] kan zich niet verenigen met het plan voor zover aan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" is toegekend. Hij stelt dat in de Haagse Nota Mobiliteit (hierna: HNM) onderscheid is gemaakt tussen regionale hoofdwegen, stedelijke hoofdwegen en wijkontsluitingswegen en dat de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan daarin is aangemerkt als wijkontsluitingsweg en niet als regionale of stedelijke hoofdweg. Nu aan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" is toegekend, is het plan in zoverre in strijd met de HNM.

Hij wenst voor de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan een bestemming overeenkomstig de HNM, zodat de functie "wijkontsluitingsweg" is gewaarborgd. Hij stelt dat de bestemming "Verkeer-Straat" zoals weergegeven in artikel 17, lid 17.1 van de planregels meer aansluit bij een wijkontsluitingsweg. Daartoe wijst hij op de Javastraat, een ontsluitingsweg waaraan wel de bestemming "Verkeer-Straat" is toegekend. In artikel 17, lid 17.1 van de planregels moet dan nog wel het begrip wijkontsluitingsweg worden opgenomen, aldus [appellant].

[appellant] vreest dat de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" in de toekomst de mogelijkheid biedt om de functie van de laan Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan te veranderen in een regionale of stedelijke hoofdweg als bedoeld in de HNM.

4.1. De raad stelt zich op het standpunt dat aan de Laan Copes van Cattenburch, en het verlengde daarvan, in het voorheen geldende bestemmingsplan ook de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" was toegekend. In zoverre is de bestemming consequent en conserverend. Tevens is de bestemming in overeenstemming met de uitgangspunten van het Haagse verkeersbeleid. De raad licht toe dat de formulering in de HNM kan afwijken van een formulering van planregels in een bestemmingsplan. Dit heeft volgens de raad te maken met een discrepantie in gehanteerde terminologie van beleidmakers en juristen. De formulering in de HNM is volgens de raad niet doorslaggevend in planregels.

De raad stelt voorts dat in de HNM onderscheid wordt gemaakt tussen stedelijke hoofdwegen, regionale hoofdwegen en ontsluitingswegen. In dit plan komen geen stedelijke en regionale hoofdwegen voor als bedoeld in de HNM, maar wel ontsluitingswegen. De Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan is een ontsluitingsweg, maar maakt tevens onderdeel uit van de centrumring. De weg leidt het stedelijke verkeer om het centrum heen. De bestemming "Verkeer-Straat" zou gelet op deze functie niet passend zijn. De raad stelt dat de plantoelichting niet zo moet worden begrepen dat de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" alleen wordt toegekend aan stedelijke of regionale hoofdwegen. De opsomming op p. 40 van de plantoelichting is niet limitatief. Ook aan andere wegen, zoals in dit geval een weg met een functie als centrumring, kan de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" worden toegekend, aldus de raad.

Voor zover [appellant] wijst op de Javastraat, stelt de raad zich op het standpunt dat dit een weg is voor eenrichtingverkeer en geen onderdeel uitmaakt van de centrumring. De weg heeft een wezenlijk ander functie dan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan. Daarom is aan de Javastraat de bestemming "Verkeer-Straat" toegekend.

Voor zover [appellant] vreest dat de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" kan leiden tot een opwaardering van de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan als regionale, of stedelijke hoofdweg als bedoeld in de HNM, stelt de raad dat dit niet aan de orde is. De Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan is geen stedelijke, of regionale hoofdweg en er zijn ook geen plannen om de functie van deze weg te veranderen in stedelijke of regionale hoofdweg als bedoeld in de HNM, aldus de raad.

4.2. In het plan is aan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" toegekend. Aan de Javastraat is de bestemming "Verkeer-Straat" toegekend.

Ingevolge artikel 16, lid 16.1 van de planregels, zijn de voor "Verkeer-Hoofdverkeersweg" aangewezen gronden bestemd voor:

a. wegen met een ontsluitingsfunctie voor de wijk;

b. openbaar vervoerstroken en banen;

c. parkeervoorzieningen;

d. toegangsportalen, ontluchtingsmiddelen en daarmee vergelijkbare bouwwerken;

e. voet- en fietspaden;

(..)

Ingevolge artikel 17, lid 17.1, zijn de voor "Verkeer-Straat" aangewezen gronden bestemd voor:

a. wegen;

b. voet- en fietspaden;

c. laad- en losplaatsen;

d. parkeervoorzieningen;

e. toegangsportalen, ontluchtingsmiddelen en daarmee vergelijkbare bouwwerken;

(..)

4.3. Op p. 40 van de plantoelichting is vermeld dat de stedelijke en regionale hoofdwegen de bestemming hoofdverkeersweg hebben gekregen en dat de wijkontsluitingswegen op den duur een inrichting als stadslaan krijgen om in de woonwijken doorgaand autoverkeer te ontmoedigen. Wijkontsluitingswegen zijn volgens de plantoelichting wegen met een minder dominante positie voor autoverkeer en prioriteit voor langzaam verkeer en openbaar vervoer.

Op p. 41 van de plantoelichting staat dat in het plangebied geen stedelijke of regionale hoofdweg is voorzien als bedoeld in de HNM en dat de Laan Copes van Cattenburch/ Burgemeester Patijnlaan tot het stelsel van wijkontsluitingswegen behoort. Wijkontsluitingswegen verzorgen zowel een functie als ontsluiting van een deel van het plangebied maar zijn ook onderdeel van doorgaande routes tussen wijken of delen van de stad. Daarbij is de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan onderdeel van de centrumring. Deze ring verdeelt het verkeer naar en vanaf de bestemmingen en parkeerlocaties in de binnenstad en leidt het verkeer tussen de verschillende wijken of delen buiten de binnenstad om, aldus de plantoelichting.

Op p. 77 van de plantoelichting staat dat hoofdverkeerswegen bestaan uit rijbanen voor het gemotoriseerde verkeer op doorgaande hoofdroutes in hoofdzaak ten behoeve van de algemene ontsluiting van wijken en grote delen van de stad en de verbinding met rijks- en andere invalswegen. Binnen het plangebied betreft dit de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan.

4.4. In de HNM staat op p. 119 dat de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan een functie als centrumring behoudt voor het verkeer dat de noordzijde van het centrum als bestemming heeft.

4.5. Niet in geschil is dat de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan tot het stelsel van wijkontsluitingswegen behoort. Gelet op artikel 16, lid 16.1, aanhef en onder a, van de planregels is de weg als zodanig bestemd.

De weg maakt tevens deel uit van de centrumring. Gelet op deze functie en de toelichting van de raad over de gehanteerde systematiek in bestemmingsplannen, waarbij niet is uitgesloten dat ook aan andere wegen dan stedelijke of regionale hoofdwegen de bestemming "Verkeer- Hoofdverkeersweg" kan worden toegekend, zijn er geen aanknopingspunten te vinden voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" aan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan heeft kunnen toekennen.

Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat in het voorheen geldende plan aan de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan ook de bestemming "Verkeer-Hoofdverkeersweg" was toegekend, zodat dit plan in zoverre niet tot een verslechtering leidt voor [appellant].

Voor zover [appellant] vreest voor een mogelijke toekomstige wijziging van de functie van de Laan Copes van Cattenburch/Burgemeester Patijnlaan, overweegt de Afdeling dat dit het bereik van het bestreden plan te buiten gaat. Een inhoudelijke bespreking daarvan is dan ook niet aan de orde.

5. Het beroep is ongegrond.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

verklaart het beroep ongegrond.

Aldus vastgesteld door mr. N.S.J. Koeman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A. Heinen, griffier.

w.g. Koeman w.g. Heinen

lid van de enkelvoudige kamer griffier

Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2015

632.