Uitspraak 201502549/1/A3

Tegen: de burgemeester van Steenwijkerland

Proceduresoort: Hoger beroep

Rechtsgebied: Algemene kamer - Hoger Beroep - Overige

ECLI: ECLI:NL:RVS:2015:3786

201502549/1/A3.

Datum uitspraak: 9 december 2015

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante A], gevestigd te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland, [appellant B], [appellant C] en [appellant D], allen wonend te Steenwijk, gemeente Steenwijkerland (hierna gezamenlijk: [appellante] e.a.),

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 18 februari 2015 in zaak nr. 14/3169 in het geding tussen:

[appellante] e.a.

en

de burgemeester van Steenwijkerland.

Procesverloop

Bij besluit van 11 november 2014, voorbereid met toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, heeft de burgemeester aan [belanghebbende] een gedoogverklaring verstrekt voor de verkoop van softdrugs vanuit [coffeeshop].

Bij uitspraak van 18 februari 2015 heeft de rechtbank het door [appellante] e.a. daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak hebben [appellante] e.a. hoger beroep ingesteld.

De burgemeester heeft een nader stuk ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 26 oktober 2015, waar [appellant D], bijgestaan door mr. F. Postma, advocaat te Leeuwarden, en vergezeld door A. Kuisten, en de burgemeester, vertegenwoordigd door G. Holtjer en N. Kocic, beiden werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen.

Overwegingen

1. Op 25 juni 2012 heeft de burgemeester het Coffeeshopbeleid Gemeente Steenwijkerland 2012 (hierna: het Coffeeshopbeleid 2012) vastgesteld.

Volgens paragraaf 4.4.3. van het Coffeeshopbeleid 2012 worden in de gedoogverklaring de AHOJG-criteria opgenomen, waarbij de "O" wordt omschreven als: O. geen overlast: onder overlast kan worden verstaan parkeeroverlast rond de coffeeshops, geluidshinder, vervuiling en/of voor of nabij de coffeeshop rondhangende klanten.

De handhavingsmatrix, die in een bijlage bij het Coffeeshopbeleid 2012 is opgenomen, is op 3 december 2013 aangepast. De aanpassing is op 11 december 2013 in werking getreden.

In de handhavingsmatrix zijn de AHOJG-criteria en de gedoogvoorwaarden naar zwaarte en ernst in drie categorieën opgedeeld. Per categorie is vermeld welke sanctie wordt opgelegd. Daarnaast is vermeld wat het gevolg van cumulatie van overtredingen binnen een categorie is voor de op te leggen sanctie.

2. Aan de bij besluit van 11 november 2014 verstrekte gedoogverklaring heeft de burgemeester 34 voorwaarden verbonden.

Voorwaarde 15 van de gedoogverklaring vermeldt dat ter voorkoming van overlast, schaalvergroting en brandonveilige situaties maximaal veertig personen in het pand aanwezig mogen zijn.

Voorwaarde 21 vermeldt dat de exploitant wekelijks een rapportage bijhoudt over voorgevallen overlast en daarop ondernomen vervolgacties.

Voorwaarde 22 vermeldt dat gedurende openingstijden van de coffeeshop altijd een portier in de zaak aanwezig moet zijn en dat deze duidelijk herkenbaar dient te zijn voor een ieder.

Voorwaarde 23 vermeldt dat de directe omgeving van de inrichting dagelijks na sluiting moet worden gereinigd conform de voorschriften in artikel 2.13 van het Activiteitenbesluit.

Voorts is in de gedoogverklaring vermeld dat aan de landelijke criteria omtrent het coffeeshopbeleid (de AHOJG-criteria) moet worden voldaan.

3. De rechtbank heeft geoordeeld dat de aan de gedoogverklaring verbonden voorwaarden, voor zover deze door [appellante] e.a. in beroep zijn bestreden, voldoende waarborgen bieden. Bij haar oordeel heeft de rechtbank betrokken dat beleid zal worden vastgesteld over cumulatie van overtredingen uit verschillende categorieën van de handhavingsmatrix en dat de overtredingen, die door de coffeeshop voor inwerkingtreding van de nieuwe handhavingsmatrix zijn begaan, na inwerkingtreding zullen worden meegewogen. Tot slot heeft de rechtbank overwogen dat de voorwaarde dat er tijdens openingstijden altijd een duidelijk voor een ieder herkenbare portier aanwezig moet zijn, afdoende moet zijn om overlast te voorkomen dan wel snel en effectief te bestrijden.

4. [appellante] e.a. betogen dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de aan de gedoogverklaring verbonden voorwaarden voldoende waarborgen bieden. Zij voeren aan dat de aanpassing van de handhavingsmatrix ten onrechte een versoepeling is, nu de coffeeshop veel overtredingen heeft begaan. Voorts moet meer duidelijkheid komen over cumulatie van overtredingen uit verschillende categorieën en moet in de gedoogverklaring worden vermeld op welke wijze rekening wordt gehouden met eerder begane overtredingen. Tot slot moet als gedoogvoorwaarde worden opgenomen dat de portier bij de deur staat, als zodanig herkenbaar is en illegaal drugsgebruik en overlast moet tegengaan, aldus [appellante] e.a.

4.1. Hoofdstuk 5 en bijlage 1 van het Coffeeshopbeleid 2012 zien op de wijze van handhaving van de gedoogvoorwaarden. Dit handhavingsbeleid kan bij een eventueel in de toekomst te nemen handhavingsbesluit aan de orde komen en ligt in deze procedure niet ter beoordeling voor. Overigens is ter zitting van de Afdeling namens de burgemeester toegelicht dat op 24 september 2015 het Coffeeshopbeleid gemeente Steenwijkerland 2015 in werking is getreden en dat in dit beleid wordt toegelicht op welke wijze overtredingen uit verschillende categorieën cumuleren en dat begane overtredingen niet vervallen bij het verlenen van een nieuwe gedoogverklaring aan dezelfde exploitant.

4.2. De burgemeester heeft in redelijkheid kunnen afzien van het in de gedoogverklaring vermelden op welke wijze rekening wordt gehouden met eerder door de coffeeshop begane overtredingen, nu dit ziet op de wijze van handhaving van de gedoogvoorwaarden.

De aan de gedoogverklaring verbonden voorwaarden komen grotendeels overeen met de volgens het Coffeeshopbeleid 2012 aan een gedoogverklaring te verbinden voorwaarden. De burgemeester heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat gedoogvoorwaarde 22, mede bezien in het licht van de andere onder 2. weergegeven voorwaarden, die overlast beperken, voldoende waarborgen biedt ter bescherming van de belangen van [appellante] e.a. Daarbij is van belang dat de in voorwaarde 22 genoemde portier ingevolge die voorwaarde toezicht dient te houden op het binnenkomen en weggaan van bezoekers en hij er op dient toe te zien dat in de coffeeshop geen ongeregeldheden plaatsvinden. Anders dan [appellante] e.a. menen, behoeft hij daarbij niet noodzakelijk de hele tijd bij de deur te staan. De rechtbank heeft terecht overwogen dat de aan de gedoogverklaring verbonden voorwaarden voldoende waarborgen bieden en het Coffeeshopbeleid 2012 in zoverre niet onredelijk is.

Het betoog faalt.

5. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.

6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de aangevallen uitspraak.

Aldus vastgesteld door mr. H.G. Lubberdink, voorzitter, en mr. A.B.M. Hent en mr. E. Steendijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.E.A. Neuwahl, griffier.

w.g. Lubberdink w.g. Neuwahl

voorzitter griffier

Uitgesproken in het openbaar op 9 december 2015

280-819.