Column: Mooie taal


Eric van Oosterhout

Aan het eind van een drukke werkweek ploffen we neer in Amen. Het is weer tijd voor de Literaire Hemel.

Al jaren maken Annet Timmer en Albert Haar de mooiste boekenprogramma's in het zo knusse cafe De Amer. Wie denkt dat daar amper belangstelling voor is, heeft het mis. Voor de tweede keer dit seizoen hangt het bordje `uitverkocht' op de deur. Het programma is er dan ook naar.

De bekende Stallingwarver schriever Johan Veenstra vertelt prachtig over zijn nieuwste boek. Het blijkt maar weer eens hoe mooi je kan schrijven in streektaal. Binnenkort mag ik weer een hele reeks Groningse en Drentse boeken lezen als juryvoorzitter van de Streektaalprijs. Daarna mag Anna
Enquist aan tafel voordragen uit haar prachtige poezie. En ten slotte volgt een interview met hoogleraar Jaap Goedegebuure, die een boek heeft gemaakt van de brieven van Frans Kellendonk. Toen wij Nederlands studeerden, debuteerde deze schrijver en dat was meteen een sensatie.

Literatuur kan net zo kalmerend werken als mooie muziek. Elke avond lees ik een half uur voor het slapen gaan in een mooi boek. Sterker: alleen maar mooie boeken, want mijn tijd is kostbaar. Zo las ik dit jaar het verstilde `Birk' van Jaap Robben. Fraai proza, maar haast benauwend van
eenzaamheid. Susan Abulhawa nam mij met prachtige taal mee naar de bezette gebieden in Palestina. En de brieven van Frans Kellendonk zijn scherp, ontroerend en van grote stilistische klasse; het naderende vroege levenseinde (Aids) komt haast subtiel voorbij. En dit is zo maar een top 3 uit een
verzameling van nog heel wat meer mooie boeken.

Burgemeesters die Nederlands hebben gestudeerd en van mooie boeken houden, hebben het in hun werk niet zo makkelijk. Natuurlijk zie ik heel wat spelfouten voorbij komen. Maar dat is nog niet het ergste. Spelling is maar een afspraak; slecht spellen is hooguit wat slordig, een los knoopje van
een mooi overhemd. Het wordt al vervelender als zinnen beroerd lopen. Ik lees nogal eens gemeenteproza dat knarst en piept als een volle trein in de bocht. Maar het ergst is als dit soort zinnen dan ook nog eens vol worden gestouwd met allerlei modieuze woordjes. Vaak gaan ze terug op het
Engels, waaraan de spreker een zekere status denkt te ontlenen. Met drie dochters in de buurt hoor je nog wel eens `chillen', `hilarious', `selfie' of `Yolo'. Maar ook van sommige Nederlandse woorden krijg ik acuut pukkeltjes. Wat te denken van `zeg maar', `papadag' en het verschrikkelijke
`mensenmens'. Ik ben een echt `mensenmens'; brrr. Er is ook een top 3 samengesteld van meest Ergerlijke Woorden 2015. Op 3 staat `plezierjacht'; dat vind ik in zijn dubbele betekenis wel leuk (wat je ook van de dierenjacht mag vinden). Op 2 staat `diervriendelijk vlees'. En op 1 staat `me', in
de betekenis van `me moeder is ziek'.

Nee dan Anna Enquist in Amen: "Verleden likt mijn enkels, maar dicht naast mij gloeit de toekomst aan: kleindochter, zonder taal nog, grinnikt boven vette knietjes. Alles valt maar zij gaat staan."