Derde dijkgedicht prijkt op `Laakhuisje' - Waterschap Vallei en Veluwe


Werp als wandelaar of fietser eens een snelle blik op het piepkleine huisje bij de Laakse duiker, op de grens van de Oostdijk en de Arkemheense Zeedijk. Hier prijkt nu een gloednieuw gedicht van de Utrechtse dichter Ingmar Heytze. Hij maakte dit derde dijkengedicht ter gelegenheid van de
oplevering van de verbeterde Zeedijken, op 13 januari 2016.

Op die dag werd het gedicht onthuld in aanwezigheid van onder meer dijkgraaf Tanja Klip-Martin, burgemeester Van de Groep en wethouder Heinen van Bunschoten-Spakenburg en wethouder Van Veelen van Nijkerk.

Singels en dijken

Ingmar Heytze vertelde dat hij zelf de Zeedijken had verkend om inspiratie op te doen voor zijn gedicht. Terug in Utrecht drong bij hem de gedachte op aan de Utrechtse Singels (grachten), waarbij hij concludeerde dat `singels eigenlijk omgekeerde dijken zijn': "Singels dienden om mensen buiten
de deur te houden, dijken juist om het water buiten de deur te houden," zo zei hij. Het gedicht (zie onderaan dit artikel) werd gemaakt ter gelegenheid van de oplevering van de Oostdijk (Bunschoten) en de Arkemheense Zeedijk (Nijkerk), die vorig jaar werden verbeterd. De dijken zijn nu weer zo
robuust dat ze zeker de komende vijftig jaar een windkracht 11 en opstuwend water moeiteloos weerstaan.

Lessen trekken

De oplevering viel samen met de herdenking van de overstromingen van 13 januari 1916, toen de dijken langs de toenmalige Zuiderzee doorbraken en in Bunschoten enorme schade aanrichtten. In het clubgebouw van watersportvereniging De Eendracht werd deze ramp in enkele toespraken gememoreerd.
Volgens de dijkgraaf kunnen uit de gebeurtenissen van honderd jaar geleden lessen worden getrokken:

Op die dag werd het gedicht onthuld in aanwezigheid van onder meer dijkgraaf Tanja Klip-Martin, burgemeester Van de Groep en wethouder Heinen van Bunschoten-Spakenburg en wethouder Van Veelen van Nijkerk.

Zeedijk

De dijk is de huid van vlak, laag land.
Recht vooruit, op zwemafstand,
het lelieblad van Flevoland.

Achter ligt een groene zee van gras vol vogels.
Wat gebeurt er in een eeuw?
Niets en alles: Marsmans eeuwige rampen.

Het petekind van Wilhelmina,
geboren in de stormvloednacht,
al levens lang geleden verdwenen

in de driehoek van de smalle weg.
Wie weet waar hij moet kijken ziet haar lopen,
licht doorschijnend, op de rug gezien,

van Spakenburg naar Nijkerk
en weer terug. De drie dimensies
van een zeedijk: Lengte. Hoogte. Tijd.

Ingmar Heytze