Hoogleraar Neuro-oncologie verstevigt samenwerking LUMC en Medisch Centrum Haaglanden

Hoogleraar Neuro-oncologie verstevigt samenwerking LUMC en Medisch Centrum Haaglanden

14 januari 2016 | NIEUWSBERICHT

Prof dr. M.J.B. (Martin) Taphoorn, neuroloog in het Medisch Centrum Haaglanden-Bronovo Nebo, werkt sinds 1 juni 2015 tevens twee dagen per week als LUMC-hoogleraar. Zijn leeropdracht is neuro-oncologie, in het bijzonder kwaliteit van leven. In zijn op 8 januari gehouden oratie ("Kiezen en delen") onderstreept hij de noodzaak tot zorgconcentratie en krachtenbundeling rond hersentumoren. "Continuiteit, laagdrempelige zorg en een multidisciplinaire overlegstructuur zijn absolute voorwaarden voor het adequaat inrichten van de neuro-oncologische zorg in Leiden, Den Haag en omstreken." Tevens pleit hij voor een prominentere plaats van de neuro-oncologie binnen de opleiding van het LUMC.

Prof. Martin TaphoornMartin Taphoorn (1959) studeerde geneeskunde in Leiden, specialiseerde zich in het VUmc in de neurologie en klinische neurofysiologie en promoveerde in 1994 bij prof. dr. Jan Heimans op de gevolgen van behandeling van hersentumoren. Na enige jaren te hebben gewerkt in het UMC Utrecht is hij sinds 2003 verbonden aan het MC Haaglanden. Vanaf 2007 was hij werkzaam als bijzonder hoogleraar kwaliteit van leven in de neuro-oncologie aan het VUmc. Rode draad in zijn loopbaan zijn uitkomstmaten, met name van de ervaren kwaliteit van leven van patienten, het dagelijks functioneren en de cognitie. Ook is hij betrokken bij onderzoek naar de impact van epilepsie ten gevolge van hersentumoren en naar de kwaliteit van zorg in de laatste levensfase. "Als bijvoorbeeld het slikken van epilepsiemedicijnen in de laatste fase niet mogelijk is, zijn een neusspray of druppels in de mond patientvriendelijke alternatieven gebleken."

Dagelijks functioneren

De neuro-oncologie richt zich in belangrijke mate op tumoren ontstaan in het hersensteunweefsel. Deze zogeheten gliomen worden in Nederland jaarlijks bij zo'n 1200 nieuwe patienten gediagnosticeerd en MCH-Bronovo is voor deze patientengroep een door VWS erkend expertisecentrum. Genezing is aldus Taphoorn helaas nog niet mogelijk, wel levensverlenging en behoud of verbetering van kwaliteit van leven. "In dat kader is informatie over het dagelijks functioneren onontbeerlijk: basisactiviteiten als wassen en aankleden, maar met name complexere activiteiten als boodschappen doen, eten koken en het regelen van de financien zijn relevant." Taphoorns onderzoeksgroep ontwikkelt een vragenlijst om het dagelijks functioneren te meten, zoals eerder was ontwikkeld voor vroeg-dementerenden. "We hebben geleerd hoe cognitief functioneren in de loop van de ziekte kan verslechteren door behandeling, tumorgroei, tumor-gerelateerde epilepsie of anti-epileptica. Klinisch onderzoek laat echter ook zien dat cognitieve revalidatie wel degelijk effectief is."

Database

De afgelopen decennia zijn veel hersentumorpatienten opgenomen in internationale studies naar effecten van nieuwe behandelingen. Hierbij werd vaak ook de kwaliteit van leven gemeten. Samen met neuroloog Jaap Reijneveld (VUmc) geeft Taphoorn leiding aan een recent vanuit Europa gefinancierd project waarin alle relevante studiegegevens zullen worden samengevoegd tot een database. Op basis hiervan zullen enkele klinisch relevante vraagstukken worden beantwoord, bijvoorbeeld of de kwaliteit van leven bij diagnose voorspelt hoe lang een patient nog zal leven en in hoeverre achteruitgang in kwaliteit van leven wordt veroorzaakt door voortschrijdende ziekte of door een bepaalde behandeling.

Rol als regisseur

MCH-Bronovo en LUMC werken tegenwoordig intensief samen als Universitair Kankercentrum Leiden-Den Haag en het voornemen is om hier nu ook neuro-oncologie in onder te brengen. Taphoorn: "De continuiteit van samenwerking is ook gewaarborgd met de aanstelling in het LUMC van neuro-oncoloog dr. Johan Koekkoek, die een dag per week werkt in Den Haag. Verder willen wij als neuro-oncologen in Leiden de regisserende en cooerdinerende rol op ons nemen en uitbouwen. De ambitie is om regionale ziekenhuizen middels video-conferencing te betrekken bij ons multidisciplinaire overleg."