OM eist na cassatie 9,5 jaar cel voor doodslag 36-jarige man in Vlis..


28 januari 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Den Haag heeft 9,5 jaar cel geeist tegen een inmiddels 30-jarige vrouw wegens doodslag op een 36-jarige man in Vlissingen in de periode 6 tot 11 oktober 2010.

De politie trof het lichaam van het slachtoffer in de woning van verdachte en haar vriend aan. De verdachte en haar vriend zijn verslaafd. Het slachtoffer handelde in drugs. Deskundigen concludeerden dat de man overleed aan verwurgingshandelingen. Een maand later werden verdachte en haar
vriend aangehouden. In beginsel zweeg verdachte, maar op een aantal dagen in december legt zij een gedetailleerde bekennende verklaring af. Zij verklaarde dat het slachtoffer haar op een gegeven moment onzedelijk heeft betast en dat ze hem toen met een usb-kabeltje heeft gewurgd. Haar vriend
was op dat moment niet thuis. Later trok zij deze bekennende verklaring in en beriep zich weer op haar zwijgrecht.

De rechtbank in Middelburg sprak de verdachte eerder vrij. Het OM stelde hoger beroep in. In hoger beroep is door de advocaat-generaal vrijspraak gevorderd. Het gerechtshof veroordeelde de verdachte tot acht jaar cel. De verdachte ging in cassatie. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het
hof omdat het hof is afgeweken van een door de verdediging uitdrukkelijk onderbouwd standpunt maar deze afwijking onvoldoende heeft gemotiveerd. De Hoge Raad verwees de zaak naar het gerechtshof in Den Haag. Om die reden werd de zaak vandaag opnieuw behandeld.

De advocaat-generaal is van mening dat er voldoende bewijs is voor een veroordeling, waaronder verklaringen van de verdachte en dagboekaantekeningen en passages in brieven aan haar vriend. Volgens de aanklager in hoger beroep is er geen sprake van dat de politie de verdachte tijdens verhoren
tot bekennen heeft verleid of aangezet. De advocaat-generaal verwees in dat verband naar het dagboek van de verdachte, waarin zij heeft genoteerd ,,dat zij heel bewust een bekentenis heeft afgelegd (nadat aan haar een indringende tijdlijn is getoond) en dat zij zich ook enorm opgelucht
voelt.''. Ook het door de verdediging naar voren gebrachte alternatieve scenario dat niet verdachte, maar haar vriend het slachtoffer zou hebben gewurgd, acht het Openbaar Ministerie - mede omdat verdachte vragen over dit scenario niet wil beantwoorden - niet aannemelijk geworden.

Bij het bepalen van de eis heeft de advocaat-generaal mee laten wegen dat verdachte en haar vriend het slachtoffer vier dagen in hun huis hebben laten liggen, vervolgens de gaskranen hebben opengezet en het pand hebben verlaten, zulks in de hoop dat er een ontploffing zou volgen en het idee
zou ontstaan dat het slachtoffer zelfmoord zou hebben gepleegd. Om de veiligheid van de bewoners van de belendende percelen heeft verdachte zich niet bekommerd.

De vriend van de verdachte is onherroepelijk veroordeeld voor het behulpzaam zijn bij het wegmaken van het lichaam.

In de zaak van de vrouwelijke verdachte doet het hof (naar verwachting) uitspraak op 3 maart.

Deel dit op

*