IC-zorg longontsteking moet beter

IC-zorg longontsteking moet beter

27 januari 2016

De manier waarop in de Nederlandse Intensive Care-afdelingen wordt omgegaan met beademde patienten met longontsteking is voor verbetering vatbaar. Tot die conclusie komt IC-arts Jan Scholte in zijn proefschrift waarop hij 28 januari hoopt te promoveren aan de Universiteit Maastricht. Volgens Jan Scholte wordt op de IC's ten onrechte gekeken naar het tijdstip dat een longontsteking optreedt - early en late onset. "Met de huidige IC-protocollen kan dit leiden tot over- of onderbehandeling van de patient, en zelfs sterfte."

Longontsteking is een van de meest voorkomende complicaties bij beademde patienten. Daarom worden op driekwart van alle Intensive Care-afdelingen bij alle beademde patienten zogenaamde surveillancekweken afgenomen, met het doel de behandeling op de IC beter af te stemmen op de individuele patient. De vraag is echter of deze kweken een toegevoegde waarde hebben.

Hij concludeert dat de surveillancekweken vooral zin hebben bij de opsporing van micro-organismen (bacterien die infecties kunnen veroorzaken) die ongevoelig zijn voor veelgebruikte antibiotica en in het geval van extra risico op infecties, zoals bij de zwakkere patienten die extra vatbaar zijn. Als uit het kweekmateriaal blijkt dat de patient niet op een veel gebruikt antibioticum zal reageren, kan bij een vermoedelijke bacteriele infectie gekozen worden voor een behandeling met een alternatief. Omdat steeds meer bacterien ongevoelig zijn voor de veelgebruikte antibiotica is het volgens Scholte niet onverstandig om vaker andere antibiotica in te zetten. Voor het maken van de juiste keuze zou een database met zijn onderzoeksgegevens kunnen dienen als leidraad.

Daarnaast blijkt dat de uitslagen van twee veelgebruikte onderzoeken bij longontsteking op de IC niet overeenkomen. Richtlijnen geven nu aan dat de longontsteking middels beide onderzoeken vastgesteld kan worden. Omdat de uitslagen dermate wisselen, lijkt het wel degelijk van belang met welk onderzoek men de longontsteking vaststelt. Dit dient dan ook verder onderzocht te worden.

Verder heeft Scholte, die tot voor kort werkzaam was op de IC van Maastricht UMC+ en nu als Oberarzt in het Luzerner Kantonspital, ontdekt dat sommige bacterien toch niet zo onschadelijk zijn als tot nu toe werd verondersteld. Onschuldige commensale keelmicrobiota en Stenotrophomonas maltophilia kunnen ook leiden tot longontsteking. Een op de tien longontstekingen bij beademde patienten wordt door deze bacterien veroorzaakt, waarschijnlijk omdat de patient te weinig weerstand heeft.

Alhoewel zijn onderzoek een aantal belangrijke zaken aan het licht heeft gebracht, die nader moeten worden onderzocht, blijven er nog onduidelijkheden. "Zowel de klinische definitie van beademing-gerelateerde longontsteking, als de beste methode om te diagnosticeren en mortaliteit van beademde patienten met longontsteking, zullen dan ook ter discussie blijven staan", voorspelt de promovendus.