Voorwaarden kostendekkendheid nevenactiviteiten


In de Beleidsregels nevenactiviteiten 2016 heeft het Commissariaat voor de Media wijzigingen opgenomen voor de beoordeling van de kostendekkendheid. Voorbeelden van deze wijzigingen zijn het stellen van voorwaarden bij hoog risico nevenactiviteiten en het verrekenen van aanloopverliezen
gedurende vier boekjaren. Deze wijzigingen helpen om het gelijke speelveld te blijven bewaken en om te voorkomen dat publiek geld weglekt. De aanleiding hiervoor is dat het Commissariaat een toename signaleert in complexiteit van nevenactiviteiten en/of financiele risico's om activiteiten te
ontplooien.

Nevenactiviteiten moeten op grond van de Mediawet voldoen aan de voorwaarden van relatie met de publieke media-opdracht, marktconformiteit en kostendekkendheid.[1]

Een positief resultaat van een nevenactiviteit moet altijd het uitgangspunt zijn.[2]
Onder de vorige Beleidsregels Nevenactiviteiten (2009) leidde de toets van de kostendekkendheid tot een positief of negatief besluit gekoppeld aan de eis van kostendekkendheid binnen drie boekjaren. Binnen de nieuwe Beleidsregels Nevenactiviteiten kan het Commissariaat voorwaarden aan de
kostendekkendheid van de nevenactiviteit verbinden. Het Commissariaat kan aan het verlenen van toestemming voorwaarden verbinden, maar ook tijdens de looptijd (bijvoorbeeld wanneer de nevenactiviteit onverhoopt minder positieve resultaten behaalt dan verwacht).

Dit maakt het mogelijk om, mits binnen gestelde voorwaarden, een nevenactiviteit te starten of deze te continueren. Welke voorwaarden dit zijn hangt samen met de betreffende nevenactiviteit.
Voorbeelden van deze voorwaarden zijn:

* Beperking van de mogelijkheid om andere risicovolle nevenactiviteiten te starten (bijvoorbeeld door het vaststellen van een maximum aanloopverlies van een nieuwe nevenactiviteit).
* Vanaf het moment dat de voorwaarden ingaan mag geen verlies meer op nevenactiviteiten worden gerealiseerd. Elk boekjaar van de betreffende nevenactiviteit moet met een financieel positief resultaat afgerond worden.
* Halfjaarlijkse financiele controle (naast de jaarlijkse financiele toetsing) en toezending van financiele gegevens aan het Commissariaat.

Het stellen van voorwaarden voor de toets van kostendekkendheid van nevenactiviteiten blijft een uitzonderingssituatie. Met name bij nevenactiviteiten die veel financiele risico's met zich meebrengen, bijvoorbeeld doordat de publieke media-instelling veel geld investeert, is het essentieel dat
publieke media-instellingen een realistische begroting opstellen en alle financiele risico's in kaart brengen. Bij dergelijke nevenactiviteiten is het Commissariaat extra alert bij zijn beoordeling van de activiteit en kan het Commissariaat verzoeken om nadere informatie, zoals een
businesscase of inzicht in de financiering.

Een belangrijke aanpassing in de Beleidsregels Nevenactiviteiten 2016 is de verlenging van de termijn waarbinnen een nevenactiviteit kostendekkend moet zijn. Dit is nu binnen vier boekjaren, waar dit voorheen drie boekjaren was. Op deze manier heeft een publieke media-instelling meer tijd om
een nevenactiviteit kostendekkend te laten zijn. Als een publieke media-instelling na de vier boekjaren een niet-kostendekkende activiteit wil voorzetten, dan moet dit op tijd aan het Commissariaat worden gemeld. Deze situatie kan zich bijvoorbeeld voordoen als wordt voorzien dat in de nabije
toekomst wel positieve resultaten worden behaald en dat alle verliezen kunnen worden terugverdiend en dit kan worden onderbouwd. Ook aan deze verlenging kunnen voornoemde voorwaarden worden verbonden.

Voor meer informatie met betrekking tot deze voorwaarden kan dagelijks tussen
11.00 - 12.00 uur contact opgenomen worden met het Commissariaat via 035-7737700.



[1] Zie Beleidsregels Nevenactiviteiten 2016

[2] De Mediawet 2008 (artikel 2.132) schrijft voor dat nevenactiviteiten kostendekkend moeten zijn. Ze mogen niet direct of indirect bekostigd worden door of ten laste komen van de publieke media-opdracht.