De MOgroep is geen voorstander van de door de staatssecretaris voorgestelde registratieplicht. Ga bestaande instrumenten en interventies beter benutten en inzetten.

Vandaag 9 februari debatteert de Tweede Kamer over de door de staatssecretaris voorgestelde registratieplicht bij Veilig Thuis als er een interventie wordt ingezet bij een (vermoeden van) kindermishandeling.

De MOgroep, AJN Jeugdartsen Nederland, V&VN Jeugd en ActiZ Jeugd vinden het voorstel van de staatssecretaris geen verbetering ten opzichte van de eerder voorgestelde meldplicht. Zij blijven bij hun eerdere standpunt dat met versterking van bestaande instrumenten, interventieprogramma's en

vaardigheden meer kinderen geholpen zijn.

De partijen vinden dat de focus op meldplicht cq. registratie bij Veilig Thuis tot bureaucratie leidt. Dit leidt af van preventie en zorgverlening. Daarnaast garandeert deze registratieplicht niet dat er een snellere hulpverlening aan slachtoffers op gang komt, maar kan dit juist in de weg

staan.

Ook zullen juist ouders die ondersteuning nodig hebben maar weten dat de professionals een registratieplicht hebben, de zorg gaan mijden.

De meldplicht/registratieplicht levert een hernieuwde discussie over privacy.

En er is geen bewijs dat meldplicht/registratieplicht effectief is. In landen waar dit wel gebeurt, wordt veel onterecht gemeld omdat men bang is iets te missen.

De partijen vinden dat de staatssecretaris zich zou moeten richten op he bevorderen van werken met bestaande intrumenten, zoals de meldcode, de VIR, de privacytool en de kindcheck.

In de bijlage de brief van de partijen aan de vaste kamercommissie VWS.

Meer over de meldcode hier.

Bijlagen

* Registratieplicht Veilig Thuis def.pdf (102 KB)

Bron: MOgroep

Zie het origineel.