Gemeenteraad wil second opinion ontwikkelovereenkomst Jaarbeursterrein


09-02-2016

De Utrechtse gemeenteraad heeft adviesbureau Twijnstra Gudde opdracht gegeven een second opinion uit te voeren naar het raadsvoorstel van het college van burgemeester en wethouders over de ontwikkelovereenkomst Jaarbeursterrein. In deze overeenkomst maken de gemeente Utrecht en de Jaarbeurs
afspraken over de toekomst van het Jaarbeursterrein. De raadscommissie Stad en Ruimte bespreekt de uitkomsten van de second opinion naar verwachting op 8 maart 2016.

In het raadsvoorstel Bilaterale Ontwikkelovereenkomst Jaarbeursterrein zijn afspraken over de omzetting van erfpachten en het ruilen van grondposities tussen de gemeente Utrecht en de Jaarbeurs opgenomen. Vanwege de complexiteit van de overeenkomst heeft de gemeenteraad in de
commissievergadering van 21 januari jongstleden besloten een second opinion te laten uitvoeren. Twijnstra Gudde is geselecteerd om de second opinion uit te voeren, onder andere vanwege haar expertise op dit gebied. De uitkomsten van de second opinion dragen bij aan een zorgvuldige
besluitvorming door de gemeenteraad.

Onderzoeksvragen

De gemeenteraad heeft de volgende vragen voorgelegd aan het adviesbureau:

. Wat is (binnen bandbreedte) de potentiele waarde van de gronden die de gemeente in handen krijgt?

. Is er balans in wat de gemeente krijgt en wat de Jaarbeurs krijgt gezien de kaders en voorwaarden (inclusief de afspraken rond toegestane functies)?

. Is de afgesproken grondprijs die de Jaarbeurs betaalt marktconform op deze locatie uitgaande van de grondprijzenbrief?

Vervolg

Een begeleidingsgroep uit de commissie Stad en Ruimte begeleidt het adviesbureau. Deze begeleidingsgroep bestaat uit de commissieleden Maarten Koning (D66), Monique Bollen (GroenLinks), Jurjen Weemstra (PvdA), Tim Schipper (SP) en Sander van Waveren (CDA). Twijnstra Gudde presenteert de
uitkomsten van de second opinion begin maart 2016 aan de begeleidingsgroep. Daarna bespreekt de raadscommissie Stad en Ruimte de uitkomsten naar verwachting op 8 maart 2016 in de openbare commissievergadering.