Kabinet compenseert verhoging ABP-premiestijging van 1 procent


09-02-2016
Werkgeverszaken

Het kabinet compenseert de pensioen-premieopslag die het ABP per 1 april van dit jaar doorvoert, zo heeft de ministerraad afgelopen vrijdag besloten. De vijf onderwijsraden hadden hierom gevraagd, omdat de onverwachte premiestijging een integrale uitvoering van het loonruimteakkoord onmogelijk
maakte.

Loonruimte-overeenkomst

In de loonruimte-overeenkomst die afgelopen zomer is gesloten, is een loonsverhoging afgesproken van 5,05 procent. Onderdeel van deze loonruimte-overeenkomst was de afspraak dat er geen premie-opslagen zouden worden geheven. Eind januari besloot het ABP-bestuur toch per 1 april een
premieopslag van 1 procent te heffen. Hiermee kwam de afgesproken loonsverhoging voor 2016 in gevaar. Door het kabinetsbesluit is dit probleem kleiner geworden.

Komt er snel een nieuwe cao vanaf 1 juli 2016?

Er zijn nog twee forse problemen die de vakbonden en de PO-Raad scheiden van een principeakkoord voor een nieuwe cao. Beiden hebben te maken met de Wet Werk en Zekerheid. Ten eerste het ketenbeding waardoor vervangen van zieke leerkrachten complexer wordt. Met de bonden wordt gesproken over de
mogelijkheden in de cao meer mogelijkheid te bieden voor flexibele inzet van vervangers. Daarnaast wordt met de vakbonden gesproken over de mogelijkheden de wettelijk vereiste transitievergoeding te betalen vanuit verandering van de regels voor de bovenwettelijke uitkeringen. In december is al
met drie van de vier bonden afgesproken dat die transitievergoeding budgetneutraal wordt ingevoerd.

De PO-Raad hoopt in de loop van maart duidelijkheid te geven over de uitkomst van deze gesprekken.

Laatst gewijzigd:
dinsdag 9 februari 2016