In hoger beroep geldboete geeist voor groepsbelediging


10 februari 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Amsterdam heeft in hoger beroep tegen een 37-jarige man een geldboete van 500 euro geeist wegens groepsbelediging, door uitlatingen te doen over Arabieren wegens hun ras (artikel 137c Wetboek van Strafrecht). De man deed de uitlatingen in de documentaire `Wilders the
movie', die op 12 september 2010 door de VPRO op televisie is uitgezonden.

De rechtbank sprak de verdachte vrij. Het OM is tegen dat vonnis in hoger beroep gegaan.

Volgens het OM heeft de verdachte een strafbaar beledigende uitlating gedaan. De uitlating luidt: ,,En zoals iedereen weet zijn Arabieren fervent kontenbonkers. En ze neuken kleine jongetjes. Dat is heel normaal in hun cultuur.'' In de visie van het OM brengt de uitlating Arabieren in
diskrediet en wordt hun hun waardigheid miskend. De uitlating is niet functioneel en kan niet kenbaar worden gezien als een bijdrage aan een maatschappelijk debat. Ook is zij onnodig grievend. De grenzen van het aanvaardbare worden overschreden nu deze uitlating dermate indruist tegen de
(Grond)wet (discriminatieverbod) en de grondbeginselen van de democratische rechtsstaat (zoals de norm van verdraagzaamheid), dat deze niet beschermenswaardig is.

Een veroordeling betekent een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. In dat kader moet worden beoordeeld of de inbreuk voldoet aan een drietal criteria. Is de inbreuk bij wet voorzien, dient hij een legitiem doel en is hij noodzakelijk in een democratische samenleving? Volgens het OM is in
deze zaak aan alle voorwaarden voor een beperking van de vrijheid van meningsuiting voldaan.

Het OM acht een straf op zijn plaats omdat, aldus de advocaat-generaal, ,,uitingen van onverdraagzaamheid jegens medemensen, zeker als deze uitingen racistisch van aard zijn, uit maatschappelijk oogpunt niet getolereerd mogen worden.''

Het hof doet uitspraak op 9 maart.

Deel dit op

*