OM eist 12 jaar gevangenisstraf voor doodslag en in brand steken lic..


10 februari 2016 - Arrondissementsparket Oost-Brabant

Het Openbaar Ministerie heeft vandaag voor de rechtbank Oost-Brabant een gevangenisstraf van twaalf jaar geeist tegen de 28-jarige Syrische man die terecht staat voor doodslag en het afvoeren en in brand steken van het lichaam van een 46-jarige man.

Het brandende lichaam van het slachtoffer werd op 17 november 2014 rond tien over half acht in de ochtend door een wandelaar gevonden in het bos `'Sparenrijk'' in Boxtel. Omdat er geen vermissing was gemeld en er daardoor geen idee was wie het slachtoffer kon zijn, zijn er op 24 november 2014
in de media foto's getoond van de gezichtsreconstructie van het slachtoffer. Naar aanleiding daarvan reageerde een getuige die dacht dat het slachtoffer zijn buurman was. Op 25 november 2014 laat de politie de vrouw van het slachtoffer en de, naar later bleek, verdachte foto's zien van het
slachtoffer en zij geven aan hem te herkennen.

Tapgesprekken

Uit afgeluisterde tapgesprekken kwam onder meer naar voren dat er veelvuldig contact was tussen de 28-jarige verdachte en de vrouw van het slachtoffer. Uit die gesprekken komt onder meer naar voren dat er sprake was van een innige relatie tussen de twee, en dat zij spraken over de nacht dat de
46-jarige man om het leven wordt gebracht. Daarbij vallen ook de woorden `moord' en `verbranden'. Op 6 februari 2015 heeft de politie de 28-jarige man en vrouw aangehouden.

Nadat er uitgebreid onderzoek is gedaan aan onder meer de telefoons van verdachten, tapgesprekken beluisterd zijn en veelvuldig met verdachten is gesproken komt de 28-jarige man uiteindelijk met een verklaring.

Bloed

Volgens de officier van justitie van het arrondissementsparket Oost-Brabant is hij door het keukenraam naar binnen is geklommen. Het slachtoffer zat op dat moment aan de woonkamertafel. De verdachte ging achter hem staan om met hem te praten, waar het slachtoffer van schrok en de politie wilde
bellen. Daardoor ontstond er een worsteling waarbij verdacht vervolgens bovenop het slachtoffer is gaan zitten en hem met een arm rond zijn nek heeft vastgehouden. Volgens de verdachte heeft dat niet langer geduurd dan drie minuten, en was het slachtoffer ineens dood. Hij zag bloed op de grond
ten hoogte van zijn neus en constateerde dat het slachtoffer ook zijn ontlasting had laten lopen.

Fietskar

Verdachte heeft geprobeerd het slachtoffer op te tillen, maar omdat het niet lukte heeft hij zijn lichaam met een touw bij elkaar gebonden en bedacht hem in de fietskar weg te brengen. Omdat de verdachte het wilde laten lijken alsof het slachtoffer zelf was weg gegaan, heeft hij wat kleren van
hem meegenomen. Hij is met het lichaam van het slachtoffer in de fietskar naar het bos gefietst, heeft hem in het bos gedumpt en in brand gestoken.

Reconstructie

Omdat het de politie en het openbaar ministerie onwaarschijnlijk leek dat verdachte dit allemaal alleen heeft gedaan is er op 17 april 2015 een videoreconstructie uitgevoerd waaraan, toen nog beide verdachten, hun medewerking hebben verleend. Op basis daarvan is vast komen te staan dat het
mogelijk is dat verdachte alleen heeft gehandeld toen hij het lichaam van slachtoffer bij elkaar bond met touw en hem in de fietskar legde. Daarnaast is vast komen te staan dat het mogelijk is dat de vrouw van het slachtoffer er niks van gemerkt heeft. De vrouw is na de reconstructie door de
officier van justitie in vrijheid gesteld en zij wordt niet meer verdacht van betrokkenheid bij de dood van haar man.

Doodsoorzaak

Uit de sectie op het lichaam is naar voren gekomen dat het zeer waarschijnlijk is dat de man niet meer in leven was toen zijn lichaam in brand werd gestoken. Vermoedelijk is hij om het leven gekomen als gevolg van belemmering van de ademhaling. Daarnaast heeft de patholoog naar aanleiding van
verklaringen van de verdachten en de videoreconstructie aangegeven dat het overlijden zeer wel verklaard kan worden door samendrukkend geweld op de hals, of verstikking als gevolg van samendrukkend geweld op de borstkas.

Voorbereidingshandelingen om het slachtoffer die nacht om het leven te brengen zijn uit het onderzoek niet naar voren gekomen. Er is niet gebleken van het meenemen of gebruiken van wapens naar de woning van het slachtoffer. De gebeurtenissen in de nacht komen volgens de officier van justitie
niet planmatig over, en de verdachte heeft duidelijk niet van tevoren bedacht wat hij met lichaam gaat doen. De officier van justitie acht moord niet bewezen maar vindt dat er sprake is van doodslag.

Geschokt

`'In plaats van de hulpdiensten of de politie te bellen heeft de verdachte nadat hij het slachtoffer om het leven heeft gebracht, het stoffelijk overschot in een fietskar gestopt, naar het bos gebracht en in brand gestoken. Het wegmaken van een lichaam is een misdrijf tegen de openbare orde.
Verdacht heeft gedurende langere tijd verborgen gehouden wat hij heeft gedaan en de gruwelijkheid ten aanzien van het lijk heeft de maatschappij geschokt'' aldus de officier van justitie.

De officier van justitie sprak van het overtreden van een van de zwaarste strafbepalingen uit het Wetboek van Strafrecht. `'Gevlucht voor het geweld in het thuisland, wordt het slachtoffer in het land waar hij pas kort asiel had gevonden in zijn eigen woning om het leven gebracht. Door toedoen
van verdachten zijn drie kinderen, die nog maar kort hun vaderland waren ontvlucht, nu ook vaderloos geraakt.''

Deel dit op

*