In hoger beroep 8 jaar cel geeist voor doden vriendin in Leidschendam


15 februari 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Den Haag heeft in hoger beroep acht jaar cel geeist tegen een inmiddels 24-jarige man. In de visie van het OM heeft hij zijn 18-jarige vriendin om het leven gebracht in een woning in Leidschendam op 29 mei 2014.

Het meisje kwam in de nacht van 28 op 29 mei 2014 door een messteek om het leven. Verdachte deed de 112-melding en vertelde dat zijn vriendin tegen een mes was gevallen en dat dat mes in haar rug was gekomen. In de periode na haar overlijden is door de recherche uitgebreid onderzoek gedaan en
is haar vriend als verdachte aangemerkt. De advocaat-generaal is van oordeel dat het door verdachte gestelde scenario, gezien de diepte van de steekwond en andere wondkenmerken, een onaannemelijk scenario is. "Het bewijs wijst maar naar een scenario en dat is dat verdachte met het mes zijn
vriendin in de rug heeft gestoken, met fatale afloop", aldus de advocaat-generaal. Dit scenario past ook naadloos bij de ruzie via de whatsapp die verdachte met het slachtoffer in de avond/nacht voor de fatale gebeurtenis had.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot zeven jaar cel. Het OM en de verdachte stelden hoger beroep in.

De advocaat-generaal vindt dat een hogere straf dan de zeven jaar die de rechtbank heeft opgelegd, meer recht doet aan de ernst van het feit en het aangerichte leed. "Het meisje laat een grote leegte achter. Haar dood is onherroepelijk en het verdriet om haar dood zal bij haar nabestaanden
blijvend zijn. Ze was pas achttien en zal nooit haar dromen kunnen realiseren. Daarbij heeft verdachte nooit openheid van zaken gegeven. Deze proceshouding draagt bij aan de gevoelens van onmacht bij de nabestaanden die in onzekerheid blijven onder welke omstandigheden hun dierbare is
overleden. Een levensdelict zoals deze, rechtvaardigt een celstraf van langere duur."

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*