Amsterdam maakte winst op gedwongen verhuizing Joden in WOII

De gemeente Amsterdam heeft financieel geprofiteerd van de gedwongen verhuizing van Nederlandse Joden in de Tweede Wereldoorlog. Die verhuizing concentreerde Joden in aparte wijken, om latere deportatie te vergemakkelijken. Het leeuwendeel van de verhuizers zijn later gedeporteerd en omgebracht.

De Gemeentelijke Woningdienst berekende de onvrijwillige nieuwe bewoners van Asterdorp en de Transvaalbuurt extra hoge huren. Zij moesten 25 tot 30 procent meer betalen dan de normale huurprijs van de (sociale) woningen, plus een tientje borg. En dit terwijl er een verbod gold op huurverhogingen.

Verzinsels en stereotypen

"Het was geen echt antisemitisme", zegt politicoloog Stephan Steinmetz, die deze kwestie in de publiciteit bracht door zijn dissertatie over het getto Asterdorp - een klein afgesloten buurtje waarheen in 1942 305 Joden gedwongen verhuisden. Maar de oorzaak van de verhogingen was wel degelijk een antisemitisch stereotype; dat van de `rijke Joden'. De Woningdienst kreeg van het rijk jaarlijks 4900 gulden subsidie om de huur van de sociale woningen in Asterdorp laag te houden, maar alleen zolang er geen huurders woonden die meer dan zeven maal de huur verdienden. Daarom verhoogden de ambtenaren de huurpris zo fors: zij waren bang om door de komst van `rijke Joodse huurders' die subsidie te verliezen. Hetzelfde gebeurde in de Transvaalbuurt.

Juist bij Amsterdamse ambtenaren is het onbegrijpelijk dat zij nog geloofden in dit cliche: voor de oorlog woonde er in de stad een groot en arm Joods proletariaat, waarmee ambtenaren zeker te maken kregen. Daar komt bij dat de nieuwe huurders hun banen en bezittingen al kwijt waren: werken mocht niet meer en Joden mochten nog maar 250 gulden hebben. De rest ging naar de Liro-roofbank. De huurverhoging was een puur Amsterdams verzinsel, concludeert Steinmetz.

Verrijking en dienstklopperij

Behalve aan de extra hoge huren en het (waarschijnlijk nooit teruggegeven) tientje borg, verdiende de Woningdienst ook aan de gedwongen verhuizing zelf. Zij declareerde drie keer de onkosten van de huisvesting van de gedwongen verhuizende Joden, concludeert Steinmetz. Eerst twee keer bij het rijk. Dat kreeg een jaar nadat de Joodse bewoners uit Asterdorp vertrokken een rekening voor de onkosten die de Woningdienst had gemaakt voor hun gedwongen verblijf: omgerekend 2,8 miljoen euro voor opslag, transport, en huurderving door leegstand. Daarna vroeg zij voor dezelfde onkosten 1,5 miljoen euro aan het rijk ter vergoeding van oorlogsschade. En tenslotte werden er declaraties ingediend bij de Lirobank, waar de van Joden geroofde tegoeden waren ingeleverd.

De huurverhogingen en rekeningen waren, zoals meer schrijnende maatregelen, eigen initiatief van de gemeente zelf. De ambtenaren lieten zich daarbij leiden door het antisemitische stereotype over `de rijke Jood', al konden zij beter weten. Volgens Steinmetz was het optreden van de Woningdienst eerder dienstklopperij dan antisemitisme. Deze ambtenaren, zegt hij, "hadden geen mitrailleur in de rug, maar handelden op eigen initiatief." Het gevolg van hun optreden was wel dat de deportaties werden versneld.

Meer voorbeelden

De huurverhogingen zijn maar een van de vele voorbeelden van hoe ambtelijke dienstklopperij meewerkte aan de beroving en overlevenden het leven nog extra zuur maakten. De gemeente Amsterdam heeft een onderzoek ingesteld naar wat er op dit gebied allemaal gebeurde en gaat onterecht geinde bedragen door andere maatregelen restitueren.

Het Parool citeert in een groot stuk over de hurenkwestie (lees het hier) overlevende oud-bewoners van het Asterdorp en de Transvaalbuurt. De meesten hebben er maar kort gewoond en zijn al snel na hun gedwongen verhuizing gedeporteerd.

Sommigen willen het geld terugvragen, anderen niet. Maar waar zij het wel over eens zijn: de ambtenarij heeft, en niet alleen in Amsterdam, de toch al bittere terugkeer van overlevenden uit de kampen en onderduik nog bemoeilijkt. Dat valt op geen enkele manier meer goed te maken; hoogstens kunnen restitutieregelingen een klein beetje gevoel van uitgestelde rechtvaardigheid geven. 'De ontvangst van de Joden in de breedte was niet fraai. (..) De gemeente Amsterdam was daarin geen uitzondering", zegt een van de geinterviewden. "De tijd om de zaak te repareren, is voorbij. Dat is mosterd na de maaltijd.'

Meer over Asterdorp

Asterdorp, dat nu wel `het vergeten getto' wordt genoemd, staat de laatste tijd erg in de belangstelling. Dit jaar werden de vermoorde bewoners (224 van de 305) voor het eerst herdacht en er is een crowdfunding-actie om hen met films uit de vergetelheid te halen.