Opnieuw: barmhartigheid - Protestantse Kerk Nederland


Opnieuw: barmhartigheid (Barmhartige Samaritaan/Vincent van Gogh/Kroller Muller Museum)16 februari 2016

Het woord barmhartigheid heeft lange tijd afkeer opgeroepen, zegt Wim Verschuren in Meditatief Leven. Dat wordt anders.

Pagina-inhoud

*Het woord barmhartigheid heeft lange tijd afkeer opgeroepen. Maar Wim Verschuren ziet een kentering. Zo heeft paus Franciscus dit kerkelijk jaar, uitgeroepen tot Jaar van de Barmhartigheid en in ons land hebben de Fraters van Tilburg, een rooms-katholieke broedercongregatie, barmhartigheid
weer op de kaart gezet. Wim Verschuren is frater van Tilburg en medeoprichter van de Beweging van Barmhartigheid en van het centrum Zin in Werk in Vught.

Terug naar het begin

Wim Verschuren studeerde in Nijmegen Nederlands en Filosofie in de jaren zestig. "Het was de tijd van de seksuele en religieuze revolutie, anti-autoritair, een prachtige en heftige tijd waarin alles ter discussie werd gesteld. Veel religieuzen traden uit. Ik heb me toen dikwijls afgevraagd
`waarom ik ermee door zou gaan? Ik kwam al vlug in het bestuur van de congregatie en ik zeg weleens `dat heeft me gered'. Want op dat moment had ik niet alleen voor mijn eigen crisis te zorgen maar voor de hele gemeenschap. Wij ontdekten intuitief dat wij niet uit de crisis zouden komen als we
onze spirit niet zouden vernieuwen. We moesten een nieuwe rode draad vinden die richting aan ons leven zou kunnen geven. We zijn teruggegaan naar `onze wortels' en herontdekten de barmhartigheid.

Barmhartigheid gaat over liefhebben

Onze eerste generatie broeders - zo rond 1840 - was straatarm. Wat hun leven een beetje gelukkig en vruchtbaar maakte en wat hen ook verbond met elkaar, was barmhartigheid. Ik zeg dat nou simpel maar dat is een heel proces geweest. Barmhartigheid riep weerstand op, ook bij ons. Barmhartigheid
was vervallen tot een morele categorie: je moet helpen en jezelf opofferen. Vooral vrouwen hebben daar last van gehad. Maar zo zijn wij fraters ook opgevoed. Alles was in regels verpakt: `de fraters zullen, de fraters moeten'. Mensen werkten keihard voor een ander maar omdat ze zo hard voor
zichzelf waren, werden ze nog harder naar die ander. Barmhartigheid kreeg de negatieve klank van neerbuigendheid. Maar dat is zij nou precies niet. Barmhartigheid gaat over lief hebben. Jezus zegt dat we de ander moeten liefhebben als onszelf. Maar dit laatste was totaal uit beeld verdwenen.

Beweging van Barmhartigheid

We hebben ervoor gekozen het woord barmhartig te bewaren omdat dit het hart van de christelijke traditie is, maar als mensen liever spreken van compassie of mededogen is het ook goed. We gaan niet over woorden bekvechten. Midden jaren negentig traden we met het begrip barmhartigheid naar
buiten omdat we voelden dat wat wij ontdekt hadden niet alleen voor ons of voor de kerk belangrijk was, maar dat het iets wezenlijk is voor iedereen. Zo is De Beweging van Barmhartigheid ontstaan, een spiritualiteitsbeweging die mensen verbindt die in hun dagelijks leven willen leven vanuit
die spiritualiteit van barmhartigheid. Als je echt barmhartig wilt leven, heb je bondgenoten nodig. Dat kun je niet alleen.

We zijn niet volmaakt

Uitgangspunt is het diepe besef dat de wereld en wij allemaal imperfect zijn. Verdriet, lijden, onmacht en ondeugd, het kwaad en de dood zijn inherent aan ons bestaan. Iedereen zegt dan `ja natuurlijk' maar het is toch iets anders als je werkelijk tot het besef komt dat het zo is. Ik heb zelf
eigenlijk pas laat begrepen wat Jezus bedoelt als hij zegt: `wie zijn kruis niet opneemt kan mijn leerling niet zijn'. Voor mij betekent het nu dat als je het lijden, wat je overkomt, niet doorleeft, zoals Jezus deed, dan ga je er aan kapot. Maar als je jouw lijden op je neemt, dan kun je
opnieuw tot leven komen. Barmhartige liefde is proberen iets opnieuw tot leven te brengen, te herscheppen, weer een beetje heel te maken. Niet perfect te maken, dat kan niet, want de littekens blijven.

Levenshouding

Religieus gezien zijn we allemaal broeders en zusters van elkaar. In het evangelie wordt daar dikwijls op gewezen, maar ook aangegeven dat dit niet eenvoudig is. Er is altijd ongelijkheid. Dat maakt dat je makkelijk de ander als minder ziet en behandelt, of omgekeerd, een ander naar de ogen
ziet. Dan ben je niet elkaars naaste, niet elkaars broeders en zusters. Barmhartigheid impliceert dat we die ander als gelijkwaardig zien, als een medemens. Hij is niet minder. Hij is kostbaar zoals ik.

Ik ben dikwijls in parochies gevraagd om over barmhartigheid te spreken. Dan zeg ik altijd dat ik het niet wil hebben over de werken van barmhartigheid (de hongerigen voeden, naakten kleden et cetera). Het is zo ingesleten: doen, doen, doen. Maar barmhartigheid gaat om een levenshouding; het
is de kern van het evangelie. Iemand die honger heeft, een snee brood toewerpen, is geen barmhartigheid. In onze visie speelt barmhartigheid zich af in drie cirkels. De eerste is barmhartig zijn naar jezelf. Het blijkt telkens weer dat vooral jonge mensen moeite hebben zichzelf te accepteren
in hun beperktheid. In onze samenleving is goed niet goed genoeg. We moeten meer, meer, meer. Dan word je onbarmhartig naar jezelf en ongelukkig.

De tweede cirkel waarin barmhartigheid beleefd wordt is thuis. Als je ergens tegen iemands imperfectie aanloopt, is het thuis; hoeveel je ook van iemand houdt. Hoe gaan een man en een vrouw om met elkaars imperfectie? Breek je de ander af of bouw je hem op? Iemand opbouwen kan zelfs betekenen
iemand uit liefde op zijn sodemieter geven; dat is de moeilijkste vorm van barmhartigheid. De derde cirkel betreft alle aspecten van het menselijk samenleven: op het sportveld, in de winkel, op het werk, in de politiek.

Zien, bewogen worden, in beweging komen

Wij Fraters van Tilburg komen uit de Vincentiaanse familie. Vincentius a Paulo (1581 - 1660) zei dat de liefde voor de arme effectief en affectief moet zijn. Hij zei: `de armen zijn je meesters; je mag hun dienen'. Dat is een totale omkering. Op grond daarvan hebben wij een drieslag
geformuleerd: zien, bewogen worden en in beweging komen. Er zijn zoveel mensen die het gevoel hebben niet gezien te worden. Pas als je iemand echt ziet en door hem geraakt wordt, kan de moeilijke vraag aan de orde komen `wat kan ik doen?' Vaak kunnen we niet zoveel doen, behalve bidden, mensen
in je hart toelaten en respectvol over ze praten. We moeten durven erkennen dat we vaak machteloos zijn. Maar mensen verwachten van ons geen oplossingen en adviezen. Ik maak het nu weer mee met ouders die volwassen kinderen op hun nek hebben, dat is zo zwaar. Daar kunnen ouders aan onderdoor
gaan. Wat doe je als moeder van een zwaar psychotische zoon? Mensen weten het zo goed: `je moet afstand nemen, je moet je eigen leven leiden', net alsof die vrouw dat zelf niet weet. Loslaten, wat een flauwekul! Een moeder kan haar kind toch niet loslaten! Ik zeg altijd: `anders vasthouden!'

Parabels

In lezingen gebruik ik graag de parabels uit het evangelie; daar zit zoveel in. Op de vraag `wie is je naaste?' vertelt Jezus de beroemde parabel over De Barmhartige Samaritaan: `Een man ligt gewond langs de weg, een priester en een leviet lopen hem voorbij maar een Samaritaan helpt hem'.
Alsof vandaag de dag een Palestijn een Israeli helpt. Barmhartigheid maakt geen onderscheid tussen vriend of vijand. Er is moed voor nodig om iemands appel te horen en toe te laten want meestal komt het op een ongelegen moment, en je weet nooit hoever je moet gaan. Het is zoveel gemakkelijker
weg te kijken en door te lopen dan je eigen weg te onderbreken en die ander centraal te stellen. Barmhartigheid stelt je altijd voor een keuze. Bijvoorbeeld: een onderwijzer ziet dat een kind bedroefd is, geeft hij het aandacht of niet?

Een ander aspect van barmhartigheid zie ik in de parabel van De Verloren Zoon. De jongste zoon verlaat het ouderlijk huis met zijn erfenis en verbrast die. Op hangende pootjes keert hij berooid naar huis. Daar staat zijn oude vader dag na dag op de uitkijk. Als hij zijn zoon in de verte ziet,
wordt hij diep bewogen en snelt hem tegemoet en omhelst hem. En wat hij dan zegt, is de kern: `we gaan feestvieren want je was dood en nu ben je weer levend'. Barmhartigheid is zo vaak verengd tot vergeven, maar barmhartigheid is in eerste instantie zegenen, geven van je overvloed. Je bent
blij dat de ander iets goeds overkomt en tot leven komt. Maar we zijn vaak bang dat we dan zelf te kort komen. Zoals de oudste zoon in de parabel verongelijkt is omdat zijn vader een feest aanricht voor zijn jongere broer. In de parabel van De Werkers van het Elfde Uur mopperen de werknemers
op hun baas omdat deze hetzelfde loon uitbetaalt aan werknemers die veel minder uren gewerkt hebben dan zij. `Zijn jullie kwaad omdat ik goed ben?', vraagt de werkgever. Ja, we zijn dikwijls jaloers en voelen ons tekort gedaan en daarom kwaad. Ik denk aan mensen die trouw iedere week zieken
bezoeken en daarom `uitslovers' worden genoemd. We zijn sterk in negatief zijn. Ook om dit te erkennen is moed nodig.

Vreugde

In meditatie leer je jezelf onder ogen te komen. Je stoot altijd op de imperfectie en het leed van jezelf en van anderen. Maar in het overwegen van de evangelieverhalen kun je ook Gods barmhartige liefde ontdekken. En dat is troostend. Ik bid elke dag het Veni ,Sancte Spiritus, Kom, Heilige
Geest, die de barmhartigheid mogelijk maakt. In deze oude hymne staat alles: `vervul het diepste van mijn hart'. Je moet ermee vervuld worden. `Maak recht wat krom is, maak zacht wat hard is, gezond wat ziek is'. Geef me alsjeblieft de mogelijkheden om zo te leven en op die manier Christus na
te volgen. Het lied eindigt met: 'geef bestendige vreugde'. Dat heb ik nog niet genoemd: mensen die de weg van de barmhartigheid gaan, worden er gelukkig van!'"

>Wim Verschuren in Meditatief leven (februari 2016). Meditatief leven is het bulletin van Vacare, platform voor meditatief leven in en vanuit de Protestantse Kerk in Nederland.