Column: Knakworst


Eric van Oosterhout

Het weekend begint zwaar en eindigt vrolijk. Op zaterdag mag ik voor de PvdA Drenthe een inleiding houden over agressie in het openbaar bestuur.

Ik open met het waargebeurde verhaal van de voetbalhooligan in Veendam. Ik werkte als gemeentesecretaris in Veendam. Daar gebeurde wel eens wat, al was het maar omdat ik ook de leiding had over de Sociale Dienst Veendam-Pekela. Ik had een schitterende werkkamer in het oude raadhuis, maar de
ramen waren niet geheel overbodig voorzien van veiligheidsglas. In die kamer kwam een beruchte BV Veendam-supporter op visite, een beer van een vent. Hij had een gesprek met mij aangevraagd over zijn uitkering. Voor de zekerheid had ik bode Ruud gevraagd om na een minuut of tien even de kamer
in te lopen. Zelf nam ik plaats bij de deur. Bij binnenkomst kreeg ik een iets te harde handdruk, maar al snel kreeg het gesprek een onverwachte wending. Zijn relatie was verbroken, omdat hij ineens meer van heren dan van dames bleek te houden. En hoe moest het nu met het geld? Toen bode Ruud
binnenkwam zag hij me tot zijn stomme verbazing een grote huilende man troostende klopjes op zijn rug geven.

Even later stapte ik over naar Aa en Hunze. Op een van mijn eerste werkdagen begroette een man mij op de stoep voor het gemeentehuis door even de hoed te lichten: "Goedemorgen burgemeester." Ik dacht even dat hij een grapje maakte, maar het was gemeend.

Ik vertel beide anekdotes voor een aandachtige zaal. Het valt wel wat mee met de agressie in het Drentse openbaar bestuur. Natuurlijk zijn er stevige discussies, bijvoorbeeld over windmolens of asielzoekerscentra. En ook hier krijgen bestuurders wel eens vervelende mailtjes of telefoontjes. De
samenleving reageert nu eenmaal wat verhitter, ook door soms weinig verheffende voorbeelden uit `Den Haag'. Maar de Drentse toon is op hoofdlijnen gematigd, zeker in Aa en Hunze. Daarbij is het wel zaak om zelf het goede voorbeeld te blijven geven en agressief gedrag bespreekbaar te blijven
maken.

Een dag later ben ik al vroeg in het dorpshuis in Eexterveenschekanaal. Het gaat fantastisch met het kleine dorpje. Onder aanvoering van een enthousiast clubje inwoners worden er allerlei soorten activiteiten ontwikkeld. Nu mag ik meehelpen met het `Kiepbuffet'. Dat is een gratis maaltijd
voor het dorp. Vandaag verwachten we al gauw 60 gasten. Met drie mannen zetten we ons aan een andijviestamppot. Tussen het snijden van de andijvie, het fruiten van de knoflook en het stampen van de aardappelen door, hoor ik heel wat over het dorp. De mensen weten elkaar weer te vinden en voor
elk soort activiteit is er ruimte. Van Tai Chi tot biljart. In de loop van de middag druppelt het dorpshuis vol: jong, oud, alle soorten en maten. Dan gaan we met zijn allen aan tafel. Het is een vegetarisch gerecht. Maar om het iedereen naar de zin te maken, zijn er ook een paar blikken
knakworst open getrokken. Misschien is dat wel het recept voor een wat minder verhitte samenleving. Voor elk wat wils.