Huisvesting voor zorgdoelgroepen


Sandra Steeghs

Het college van burgemeester en wethouders heeft de notitie Huisvesting zorgdoelgroepen vastgesteld. Dit is een aanvullend onderzoek op de beleidsnotitie Wonen en Zorg uit 2015.

In die beleidsnotitie staan de vraag en aanbod voor senioren op het gebied van geschikte en benodigde huisvesting en welke knelpunten daarbij optreden. Ook zijn criteria opgenomen die de gemeente hanteert bij het wel of niet verlenen van medewerking aan initiatieven rond het huidige
zorgvastgoed, zoals een nieuwe bestemming, sloop of verbouwen.

In de notitie Huisvesting zorgdoelgroepen staan de resultaten van het onderzoek naar de huisvesting van alle doelgroepen die onder de Wmo en Jeugdwet vallen, en die ook de effecten van de hervorming van de langdurige zorg ervaren. Met deze notitie is de vraag- en aanbodanalyse naar huisvesting
van senioren en zorgdoelgroepen compleet en heeft de gemeente een afwegingskader voor een integraal beleid op het gebied van wonen, zorg en ondersteuning. Dit afwegingskader wordt eind maart 2016 aan de gemeenteraad voorgelegd ter vaststelling.

Doel notitie

Met dit onderzoek is in beeld gebracht wat de gevolgen zijn van de veranderde wetgeving op vraag en aanbod voor huisvesting van zorgdoelgroepen, en hoe de gemeente in haar beleid op het gebied van wonen, ruimtelijke ordening en Wmo hierop in kan spelen. Hiermee wil de gemeente bereiken dat:

* er een match van vraag en aanbod is op de woningmarkt in de gemeente Renkum. Zorgen dat er voor iedere inwoner van de gemeente passende huisvesting is, hetzij in een intramurale zorginstelling, hetzij in een van de meerdere andere mogelijke woonvormen die (mede) vanuit de Wmo bekostigd
worden met een meer of minder intensieve vorm van begeleiding. Dit kan varieren van de zwaarste vorm, het beschermd wonen tot een lichtere vorm zoals begeleid zelfstandig wonen.
* de kosten binnen de perken blijven voor maatschappelijke ondersteuning die de gemeente vanuit de Wmo verplicht is te bieden aan inwoners die zelfstandig thuis wonen. Goede afspraken tussen gemeente (sociaal team), zorginstellingen en woningbouwcorporatie zijn noodzakelijk om de uitstroom
van clienten van zorginstelling richting een meer zelfstandige woonvorm in goede banen te leiden. Ook is goede afstemming nodig tussen gemeente (sociaal team), zorginstellingen, woningbouwcorporatie en de wijkagent om mensen die zelfstandig wonen en door de aangescherpte eisen niet meer in
aanmerking komen voor intramuraal verblijf niet te laten ontsporen of buiten de boot te laten vallen.

Steeds is de inzet preventief, dus het voorkomen van problemen. Op die manier volstaat een lichte begeleiding bij het zelfstandig wonen en kan de inzet van duurdere, gespecialiseerde hulp worden vermeden.

Hoofdconclusies onderzoek

De effecten van de scheiding van wonen en zorg in de gehandicapten- en GGZ-sector in de gemeente Renkum blijken wat betreft het aantal plekken beperkt. Dat komt omdat de zorgorganisaties vooral zware zorg verlenen aan hun clienten. Van de doelgroep die zware zorg ontvangt, zijn relatief weinig
mensen in staat de overstap te maken naar een zelfstandige woonvorm. Er is behoefte aan circa 10 woningen per jaar. De gemeente zal in overleg treden met woningcorporatie Vivare om te zorgen dat er voldoende geschikte huurwoningen voor deze bijzondere doelgroepen beschikbaar zijn.
Zorgorganisaties zien bij de nieuwe instroom een verdergaande verzwaring van de zorgvraag (complex, vaak ook meerdere problematieken tegelijkertijd). In de bijlage (pdf, 95 kB) is de situatie per doelgroep uitgewerkt.