'We schepten zo snel als we konden water uit de boot'


15 maart 2016, New York

Marwan vluchtte met een bootje van Turkije naar Griekenland en is blij dat hij dat kan navertellen.

Tekst: Sam Mort, UNICEF

"We dachten dat als we de baby's in de lucht hielden - als zij hen konden zien - ze zouden stoppen met het maken van hoge golven. Stoppen met proberen om onze boot te laten omslaan."

Marwan (29) doelt met 'ze' op de mannen in motorboten die de sloep waarin hij zat omsingelden. Behalve hij waren er nog 25 passagiers aan boord, waaronder baby's en kinderen. De overtocht van Turkije naar Griekenland was op zichzelf al gevaarlijk genoeg, mannen die hun boot wilden laten
kapseizen konden de vluchtelingen er niet bij hebben. Marwan dacht dat ze allemaal zouden verdrinken, hij, zijn zwangere vrouw, zijn broer, diens vrouw en hun baby. "We baden tot God en schepten zo snel als we konden het water uit de boot. Al hamdilah, goddank, zijn we nu hier."

Nieuw skipak

Dat 'hier' is een door UNICEF gesteund opvangcentrum voor kinderen in Gevgelija, Macedonie. Terwijl Marwan zijn verhaal vertelt, wiegt hij zijn vier maanden oude neefje. Het jongetje slaapt en draagt een nieuw skipak. In het kader van een wintercampagne, die wordt betaald door de
noodhulporganisatie van de Europese Commissie, krijgen alle kinderen warme winterkleding.

Even huilen

De ervaring van Marwan staat niet op zichzelf. In een ander opvangcentrum in het noorden van Macedonie, dat wordt gerund door Terre des Hommes en hulporganisatie La Strada, vertellen mannen - vaders meestal - soortgelijke verhalen. Ze praten over hun zorgen en angsten. Soms huilen ze. Omdat ze
bang zijn dat de grenzen dichtgaan, durven de meesten niet langer dan twee uur in het centrum te blijven. Maar het helpt dat ze hier hun gevoelens kunnen uiten. De opvangcentra zijn dus niet alleen broodnodig voor kinderen, ook volwassenen vinden er een veilige haven. Al is het maar voor even.