OM eist in hoger beroep celstraf tegen Willem H. voor bedreiging Pet..


16 maart 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Amsterdam heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 4 maanden geeist tegen Willem H. wegens bedreiging van Peter R. de Vries. Naast de celstraf vorderde de advocaat-generaal herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) voor de periode van 1 jaar.

De verdachte was op 27 januari 2012 voorwaardelijk in vrijheid gesteld, nadat hij 6 jaar had uitgezeten van de 9 jaar die hem was opgelegd in de zogeheten Kolbakzaak. `Kolbak' draaide naast de afpersing van onder anderen Willem Endstra om witwassen, mishandeling, deelname aan een criminele
organisatie en bedreiging. Aan de invrijheidstelling in januari 2012 was de algemene voorwaarde verbonden dat H. geen strafbaar feit zou plegen in de periode van de v.i. Bij schending van die voorwaarde riskeerde hij de tenuitvoerlegging van de resterende 3 jaar.

Voor de bedreiging van De Vries veroordeelde de rechtbank H. tot 46 dagen cel. De herroeping van de v.i. beperkte de rechtbank tot 90 dagen. De rechtbank sprak H. vrij van een ander feit (afpersing dan wel poging tot afpersing). Het OM tekende hoger beroep aan tegen het vonnis, maar dat is
niet gericht tegen de vrijspraak. Het OM vindt de door de rechtbank voor de bedreiging opgelegde celstraf te laag en de periode van de herroepen v.i. te kort. De advocaat-generaal heeft betoogd dat herroeping van een jaar een passende reactie is: de bedreiging van De Vries is een ernstig
strafbaar feit dat relatief kort na het ingaan van de v.i. is gepleegd.

De bedreiging van De Vries geschiedde bij diens woning in Hilversum, op 25 april 2013. H. had daar 's avonds rond 22.00 u aangebeld. Nadat De Vries had opengedaan werd hij door H. bedreigd. De vrouw van De Vries is daarvan getuige geweest. Een bewakingscamera bij de woning van De Vries heeft
de bewegingen van H. (zonder geluid) geregistreerd. De Vries heeft aangifte gedaan van bedreiging.

In hoger beroep heeft het OM het dossier aangevuld met enkele stukken uit een ander strafrechtelijk onderzoek dat momenteel tegen H. loopt. In dit onderzoek (Vandros) wordt H. verdacht van betrokkenheid bij meerdere liquidaties. Uit die stukken blijkt onder meer dat H. wist dat De Vries en
zijn echtgenote bang zijn geweest en zich erg bedreigd hebben gevoeld. Ook blijkt eruit dat H. heel kwaad is geworden over het feit dat De Vries aangifte heeft gedaan en dat de excuses die hij De Vries heeft aangeboden alleen maar waren bedoeld om de schade voor zichzelf te beperken. De
advocaat-generaal: ,,Want H. was doodsbenauwd dat hij drie jaar terug de gevangenis in moest.''

H. was boos op De Vries in verband met een film over de Heinekenontvoering, gebaseerd op een boek dat De Vries daarover schreef. H. was niet alleen boos omdat hij in die film voorkwam, maar ook omdat hij meende recht te hebben op een deel van de revenuen van dit project. In (heimelijk
opgenomen) gesprekken met een van zijn zussen zegt H., na het incident bij de woning van De Vries, onder meer dat hij H. wil doodschieten.

Het gerechtshof doet uitspraak op 30 maart.

Deel dit op

*