Buma: waar blijven de antwoorden van het kabinet na aanslagen Brussel

Inbreng van Sybrand Buma in debat over de aanslagen Brussel

De barbaarse aanslagen in Brussel hebben andermaal een schokgolf in Europa veroorzaakt. Weer zijn mensen in rouw gedompeld omdat zij dierbaren hebben verloren. Weer is een stad in shock. Een land in rouw. Nederland leeft mee met de Belgische bevolking.

Onze westerse samenleving is geraakt in het hart. Onze westerse manier van leven is het doelwit. Onze Joods-Christelijke waarden, die onlosmakelijk met dit deel van de wereld verbonden zijn, maar die universele gelding hebben, worden door de jihadisten niet geaccepteerd. Overal slaan ze toe. Sinds dinsdag zijn al weer vernietigende aanslagen gepleegd in Bagdad en in Lahore. Alleen als wij vastberaden een front vormen tegen terreur en radicalisme, kunnen wij het kwaad bestrijden. Dan overwint de kracht van onze waarden en onze traditie.

Er staat veel op het spel. De bevolking moet er daarom van uit kunnen gaan dat onze samenleving effectief wordt verdedigd. Dat begint in deze moderne tijd met internationale samenwerking. En juist die, zo moeten we vaststellen, ontbreekt volkomen.

Vandaag ontvingen wij de antwoorden op de vrijdag gestelde vragen. De internationale terreurbestrijding is van een tenenkrommend amateurisme. Ieder land doet maar wat. Overal waren stukjes informatie over Ibrahim El Bakraoui, de dader van de Brusselse aanslagen. Maar niemand kwam op het idee de informatie te delen.

De Turkse President Erdogan zette ons land te kijk, door te zeggen dat hij door Turkije naar Nederland is uitgezet. Nederland zegt dat het van niets wist, Belgie dat er geen reden was voor actie. En vandaag komen we te weten dat de FBI een week voor de aanslagen een melding deed aan de Nederlandse politie over de achtergrond van El Bakraoui en zijn broer. Maar waarom? Was dat op vragen van Nederland, of op eigen initiatief van de VS?

Ondertussen blijkt dat van de 39 uitzettingen uit Turkije in 2015 33 gerelateerd waren aan terrorisme. Alle alarmbellen hadden al lang moeten rinkelen. Maar blijkbaar is het nooit in de minister opgekomen om harde afspraken te maken over hoe om te gaan met deze uitzettingen.

Voorzitter, De minister-president heeft bij verschillende gelegenheden over de aanslagen gesproken. Er is een zin die daarbij steeds terugkeert, en die bij veel mensen tot gefronste wenkbrauwen leidt. Dat is de merkwaardige uitspraak: "Wij zijn met meer". Feitelijk is het zo, er zijn gelukkig meer niet dan wel terroristen. Maar geeft het enig gevoel van veiligheid als die enkelen in staat zijn zo hardnekkig dood en verderf te zaaien?

Wat moet de politieagent die met steeds minder collega's onze vrijheid verdedigt met het `wij zijn met meer'?

Wat koopt de officier van justitie ervoor, die wegens gebrek aan mankracht steeds meer zaken op de plank moet laten liggen?

Wat heeft de marechaussee eraan die werkelijk op alle plekken tegelijk moet zijn aan `Wij zijn met meer'. Defensie is de afgelopen jaren alleen maar ingekrompen, en moet nu als stoplap fungeren. Maar de rek is eruit.

Wat moest de AIVD-medewerker denken, toen dit kabinet bij haar aantreden meteen de hele buitenlandtak van de inlichtingendiensten afhakte?

En wat moet de GGD-er denken, die bij grote calamiteiten ook voor grote capaciteitsvragen staat?

Wij zijn met meer, zegt de premier, maar de diensten die ons moeten beschermen zijn met steeds minder. Inmiddels weten we dat de politie 300 miljoen euro tekort komt om ueberhaupt op sterkte te blijven. En ook defensie (marechaussee) heeft een schreiend gebrek aan middelen. Dat, opgeteld bij de ontbrekende internationale samenwerking, schept een ontluisterend beeld. Nederland had er op moeten kunnen vertrouwen dat dit kabinet meer werk had gemaakt van veiligheid.

Gelukkig heeft minister Dijsselbloem afgelopen dinsdag, meteen na de aanslagen gezegd dat het geld dat nodig blijkt er komt. Ik vraag de minister president of hij hierover al met minister Dijsselbloem heeft gesproken, hoeveel komt er en wanneer?

Dan de bevoegdheden. De AIVD wacht nu al meer dan twee jaar op de bevoegdheid op de kabel te mogen tappen. Minister Plasterk loopt achterkamer in achterkamer uit, maar er is nog geen steeds geen wetsvoorstel. De afschaffing van de zondagsrust heeft bij deze minister meer prioriteit dan de terreurbestrijding. Dat kan niet. Ik verzoek de minister president er voor te zorgen dat het wetsvoorstel dat allang klaar ligt nog deze week wordt ingediend.

Bijna twee maanden geleden zegde de minister van veiligheid en justitie toe te zullen onderzoeken hoe teruggekeerde jihadgangers na terugkomst in Nederland nog beter in de gaten gehouden kunnen worden. Hij heeft het laten sloffen.

Het CDA wil vandaag een antwoord van de premier: pakken we alle terugkeerders op, of blijven ze vrij rond lopen?

Ook potentiele uitreizigers worden als vakantiegangers behandeld. In november 2012 werd een man uit Doesburg opgepakt wegens plannen om uit te reizen. Hij vertelde dat hij op weg was naar Syrie om familie te bezoeken, en kwam dankzij dat verhaal op borgtocht vrij - met een enkelband. Meteen verdween hij van de gps. Deze week werd duidelijk dat hij in Syrie is omgekomen. Niemand weet hoeveel slachtoffers hij daar heeft gemaakt.

Voorzitter, eigenlijk hadden deze vragen niet nodig moeten zijn. De urgentie had al veel eerder tot het kabinet moeten doordringen. Ik verwacht vandaag antwoorden van het kabinet.