Op 1 maart ging 94 procent van de leerplichtige asielzoekerskinderen naar school. Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Staatssecretaris Dekker van Onderwijs schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer, waarmee hij tegemoet komt aan het verzoek van de vaste commissie voor OCW om zo spoedig mogelijk een reactie te geven op het artikel uit Kader Primair: `Bijna helft basisscholen geen extra bekostiging voor vluchtelingen'.

Het COA rapporteert dat op 1 maart 7.600 van de 8.100 leerplichtige jongeren in opvangcentra naar school gingen. Dit is 94 procent van de leerplichtige asielzoekerskinderen. "Het overgrote deel van de kinderen volgt uiterlijk drie maanden na binnenkomst in Nederland onderwijs, conform de Europese Richtlijn tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten", aldus Dekkers reactie. "Van de 500 niet-schoolgaande jongeren op 1 maart meldt COA dat naar verwachting driekwart in de loop van de maand maart alsnog naar school gaat." Ongeveer 100 jongeren gaan om uiteenlopende redenen niet naar school. Volgens Dekker laat de inventarisatie van COA geen grote knelpunten zien in de toeleiding naar onderwijs.

Maatwerkbekostiging in po

Sinds januari is in het vo een maatwerkbekostiging ingevoerd die voorziet in een vast bedrag per nieuwkomer per kwartaal. Dekker introduceert ook voor po-scholen, met ingang van het schooljaar 2016/2017, maatwerkbekostiging volgens de uitgangspunten van het maatwerk in het vo. Bij de nieuwe maatwerkbekostiging houdt Dekker vast aan een drempel, omdat dit samenwerking stimuleert, dat volgens de bewindsman nodig is om centrale taalklassen te vormen. Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat het voor asielzoekerskinderen beter is als zij in het eerste jaar in centrale taalklassen worden opgevangen.

Dekker stuurt de Kamer voor het zomerreces een eerste voortgangsrapportage over het onderwijs aan asielzoekerskinderen.