OM eist 24 maanden cel tegen verdachten carjacking
6 april 2016 - Arrondissementsparket Den Haag
De officier van justitie eiste op woensdag 6 april 24 maanden gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk tegen twee verdachten die op 24 december 2015 onder bedreiging met een wapen de auto van een jonge vrouw stalen. Het gaat om een 20-jarige man en een 23-jarige vrouw, beiden uit
Antwerpen. De twee wordt diefstal met geweld danwel afpersing verweten.
Het slachtoffer was die dag in haar auto, een Fiat 500, onderweg van Parijs naar Den Haag om kerst met familie te vieren. Op de ring van Antwerpen zagen de verdachten haar rijden. Zij waren al van plan om een Fiat 500 te stelen. Een eerder plan was mislukt en nu ze de jonge vrouw zagen rijden,
besloten ze haar te volgen. Toen het slachtoffer in Den Haag op haar bestemming was aangekomen, kwam een man met een bivakmuts op en een ploertendoder in zijn hand op haar af en bedreigde haar. Zij moest de auto verlaten. De vrouw dacht dat de man een vuurwapen had en was doodsbang om
neergeschoten te worden. Zij liep zonder om te kijken naar het huis van haar familie. De 20-jarige man en 23-jarige vrouw gingen er vandoor in de auto. De politie werd gewaarschuwd en zag het tweetal al snel rijden. Er ontstond wat de officier van justitie ter zitting omschreef als een
dollemansrit. De auto ging met snelheden tot 130 km per uur door de binnenstad van Den Haag. Op het Hubertusviaduct vloog de auto uit de bocht. De man en vrouw werden toen aangehouden. De auto van het slachtoffer was zwaar beschadigd.
De officier van justitie zette ter zitting uiteen wat volgens hem het scenario moet zijn geweest, op basis van het bewijsmateriaal in de zaak, zoals bijvoorbeeld sms-berichten die de verdachten verstuurden voor het misdrijf. De vrouw wilde een Fiat 500 stelen. Het plan was eerst om een
visagist die zo'n auto bezat te laten komen en terwijl zij haar werk deed, de auto te stelen. Dit plan ging niet door want de visagist belde af. Vervolgens zagen de verdachten op de ring in Antwerpen de auto van het slachtoffer en besloten haar te volgen.
De officier van justitie vermoedt dat er nog een derde verdachte betrokken is geweest bij de carjacking, maar die is nog niet uit het onderzoek naar voren gekomen. De 20-jarige man verklaarde uiteindelijk dat hij gedwongen zou zijn om de gewelddadige diefstal te plegen, dat een man had
gedreigd zijn familie iets aan te doen als hij niet mee zou werken. De officier van justitie vindt deze verklaring niet geloofwaardig. Ook omdat de man pas later met dit verhaal kwam.
Naar de mening van de officier van justitie vervulden de twee verdachten allebei een even grote rol, er was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking. De vrouw bedacht het plan en nam plaats achter het stuur nadat het slachtoffer was gedwongen de auto te verlaten. Zij bracht door haar
manier van rijden vervolgens de medepassagier en andere weggebruikers in gevaar. De 20-jarige man voerde het plan uit en heeft daarmee een gelijke rol als de vrouw volgens de officier van justitie.
De officier van justitie benoemde ter zitting dat het voor het slachtoffer een zeer traumatische ervaring is geweest. Zij dacht dat ze de carjacking misschien niet zou overleven. Dit neemt de officier van justitie de verdachten kwalijk. Zij dachten alleen maar aan hun eigen gewin en niet wat
dit voor het slachtoffer zou betekenen.
De officier van justitie eiste voor beide verdachten een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Ook vorderde de officier van justitie dat zij onder toezicht van de reclassering in Belgie worden gesteld. Daarnaast vroeg de officier van
justitie een schadevergoeding voor het slachtoffer van ruim EUR3600,-.
De rechter doet over twee weken uitspraak.
Deel dit op
*