`Bezuinig niet op onderwijsachterstanden'

De voorgenomen bezuiniging op het budget van onderwijsachterstanden moet van tafel. Daarover zijn de AOb, de vier grote steden, gemeenten en de basisschoolbesturen het eens. Morgen debatteert de Kamer erover.

AOb-bestuurder Jose Muijres noemt de bezuiniging van 100 miljoen euro in een brief aan Kamerleden een bijzonder slechte zaak. `Grote klassen en ongelijke kansen zijn het gevolg. De AOb roept op om niet te beknotten op het achterstandenbeleid.'

Ook Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Utrecht laten van zich horen samen met 32 andere gemeenten. Zij investeerden de afgelopen jaren in schakelklassen, zomerscholen en in de voor- en vroegschoolse opvang om achterstanden weg te werken. Met de bezuiniging zijn de gemeenten bang voor afbraak van alles wat net is opgebouwd.

Minder budget

Het kabinet vindt dat er minder budget nodig is voor achterstanden. Het aantal gewichtenleerlingen, leerlingen waarvoor scholen extra geld ontvangen vanwege een achterstand, is afgenomen. Als de ouders minder dan twee jaar middelbare school hebben gevolgd, is een leerling een achterstandsleerling volgens de regel.

De Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG), de PO-raad en de brancheorganisatie kinderopvang, zien dat anders. Zij schrijven dat de werkelijke achterstanden niet dalen, omdat het opleidingsniveau van ouders stijgt. Bovendien moet je naar meerdere factoren kijken dan naar alleen opleidingsniveau, vinden de organisaties.

Ouders van vluchtelingenkinderen bijvoorbeeld voldoen vaak niet aan de definitie, maar zij hebben wel extra taallessen nodig. `Er is snel actie nodig om te voorkomen dat veel kinderen achterstanden oplopen die zij nooit meer inhalen', aldus de organisaties.

Morgen debatteert de Kamer over de onderwijsachterstanden vanaf 10.00 uur.