De Staat van het Onderwijs toont behoefte aan meer maatschappelijke vorming

13/04/2016

De Staat van het Onderwijs toont behoefte aan meer maatschappelijke vorming

In het rapport de Staat van het Onderwijs, trekt de Inspectie van het Onderwijs opzienbarende conclusies over het onderwijs in Nederland.

Hoewel het onderwijs in het algemeen van hoog niveau is, constateert de inspectie dat niet alle leerlingen in gelijke mate van goed onderwijs kunnen profiteren.

De inspectie stelt in de eerste plaats dat de kansenongelijkheid in het onderwijs oploopt. De verschillen tussen leerlingen met lager en hoger opgeleide ouders nemen toe, bijvoorbeeld omdat hoog opgeleide ouders meer betrokken zijn bij de school of sneller aan de bel trekken wanneer de cijfers tegen vallen. Lager opgeleide ouders zijn in mindere mate betrokken bij de schoolcarriere van hun kind. Hierdoor krijgen kinderen met lager opgeleide ouders niet het onderwijs dat ze aan zouden kunnen en blijven kansen onbenut. Ook wordt vastgesteld dat basisschoolleerlingen met hoger opgeleide ouders en autochtone leerlingen beschikken over meer burgerschapskennis dan leerlingen uit gezinnen met lager opgeleide ouders en allochtone leerlingen. Een laatste punt dat opvalt is de conclusie dat de instroom in het Hoger Onderwijs sterk is afgenomen.

Het CDA is bezorgd over de conclusies van dit rapport over het beleid van dit Kabinet, dat kinderen voor wie goed onderwijs minder vanzelfsprekend is, op achterstand heeft gezet.

Michel Rog: `Dit is een stevig rapport van de onderwijsinspectie. Voor het CDA is een van de meest zorgwekkende uitkomsten van het rapport dat het burgerschapsonderwijs in alle sectoren zwaar tekort schiet. Hier wreekt zich bijvoorbeeld dat in het basisonderwijs en MBO een vak als maatschappijleer in het curriculum ontbreekt. Daarnaast is met de afschaffing van de maatschappelijke stage door dit kabinet ook een middel weggevallen om juist jongeren voor wie dat niet vanzelfsprekend is, bij de samenleving te blijven betrekken. Bovendien is de forse daling van het aantal studenten in het hoger onderwijs, met name het HBO, significant. Hier haken vooral Havo-leerlingen en MBO'ers af, voor wie het niet vanzelfsprekend is dat ze gaan studeren in het hoger onderwijs. Het leenstelsel dat hier mede aan ten grondslag ligt, heeft zich dan ook als fikse drempel bewezen nu de instroom van eerstejaars studenten met maar liefst 8,6% is afgenomen. Waar dit Kabinet zich de laatste jaren vooral heeft toegelegd op zogenaamde excellentie-projecten, zijn ze de gewone leerling vergeten voor wie steeds meer deuren gesloten zijn. Een van de acties die nu genomen moet worden is het behoud van de brede brugklas, om er in ieder geval voor te zorgen dat leerlingen zich op de middelbare school in alle rust kunnen bewijzen en zo op het meest passende niveau terecht komen.

Hier kunt u het volledige rapport van de Onderwijsinspectie lezen: www.destaatvanhetonderwijs.nl/documenten/rapporten/2016/04/13/svho-2014-2015-hoofdlijnen