Kamer op zoek naar dekking voor behoud achterstandsmiddelen


14-04-2016
School, kind & omgeving

De Tweede Kamer is bezorgd om de effecten van het teruglopende budget voor onderwijsachterstanden, zolang de criteria hiervoor ongewijzigd zijn. Als staatssecretaris Dekker zijn plannen doorzet, wordt er volgend jaar fors gekort op dit budget, terwijl de Inspectie gisteren in haar jaarlijkse
Staat van het Onderwijs signaleerde dat de kloof tussen hoog- en laagopgeleid juist toeneemt.

Eerder deze week stuurden de PO-Raad, VNG, MOgroep en Brancheorganisatie Kinderopvang een brief aan de Kamer met het verzoek het budget te bevriezen op het niveau van 2016 in afwachting van een nieuw model met nieuwe criteria. Dekker vindt dit echter niet nodig. Hij voert aan dat het bedrag
omgerekend per leerling volgend jaar zelfs zal toenemen. Daar hebben de vele achterstandsleerlingen die niet aan de huidige achterhaalde criteria voldoen echter niets aan, vindt de PO-Raad. Er lijkt een meerderheid in de Kamer te zijn die de bezuiniging eveneens wil tegenhouden. Waar dit geld
vandaan moet komen, daar zijn de partijen echter nog niet over uit.

Minder administratie voor scholen

Er komt een technische briefing voor Kamerleden over de ontwikkeling van het nieuwe model voor het toekennen van onderwijsachterstandsmiddelen. Hierin zal opleidingsniveau van ouders opnieuw zwaar wegen, naast factoren als armoede en (geestelijke) gezondheid. Volgens Dekker zal dit nieuwe
model scholen minder administratie opleveren, omdat geld niet langer op leerlingniveau wordt toegekend, maar op schoolniveau. Voor het onderwijs zal deze nieuwe systematiek in het schooljaar 2018-2019 van kracht worden, voor gemeenten (die verantwoordelijk zijn voor de voor - en vroegschoolse
educatie) is dit 1 januari 2018.

Over twee weken discussieert de Kamer verder over dit onderwerp.

Laatst gewijzigd:
donderdag 14 april 2016