Living Lab helpt Overijssel met klimaatopgave

Nieuwsbericht | 14-04-2016 | 15:00

We staan voor een grote opgave ons land bestand te maken tegen de veranderingen in het klimaat. De provincie Overijssel krijgt daar als eerste steun bij vanuit het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie in de vorm van een Living Lab. Daarbij staat innovatie centraal. Hoe zorg je dat plannen betaalbaar zijn en hoe kun je daarbij slim gebruik maken van bestaande geldstromen en budgetten? Welke technische innovaties kun je inzetten? Op welke nieuwe manieren kun je bewustwording en draagvlak creeren?

Een Living Lab is een onderzoeksomgeving waarbij onderzoek en innovatie samengaan op basis van co-creatie en participatief ontwerpen. In een bestaande context, bijvoorbeeld een wijk, stad of regio, werken publieke en private partijen samen aan ruimtelijke projecten; van idee tot ontwerp, van plan tot uitvoering. Leren van elkaar staat daarbij centraal. Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie wil deze manier van samenwerken stimuleren, omdat het de enige manier is om vanaf 2020 volledig klimaatbestendig te bouwen en beheren. Doel is in 2050 daadwerkelijk bestand te zijn tegen alle uitdagingen van het veranderende klimaat.

Living Labs

Het Living Lab richt zich op de laaggelegen IJssel-Vechtdelta en de hoge delta van de Twentse stedenband. Het is het eerste Living Lab dat het Deltaprogramma toekent. Als Living Lab kunnen de regio's rekenen op expertise, ondersteuning bij communicatie, het eventueel wegnemen van belemmeringen in wet- en regelgeving en een financiele bijdrage. Gedeputeerde Bert Boerman van de provincie Overijssel is blij met de toekenning vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu. "Met dit Living Lab kunnen we nog effectiever aan de slag met het waterveilig en klimaatbestendig maken van de IJssel-Vechtdelta en de Twentse Stedenband. Ook zie ik het als een erkenning voor onze positie als koploper en de inzet die wij in Overijssel samen met onze partners in beide regio's al op dit belangrijke dossier hebben geleverd."

In de praktijk

De grote steden Zwolle, Enschede, Almelo en Hengelo zijn inderdaad al goed op weg met het werken aan de klimaatopgaven onder de noemer Klimaatactieve stad (KAS). Ze maken het verschil door echt wat te doen in de praktijk: concrete maatregelen tot in de haarvaten van de stad uitvoeren, samen optrekken met bewoners en ondernemers, innoveren waar nodig en daaromheen kennis en ervaringen opdoen, actief leren en delen. Dat wil het ministerie van Infrastructuur en Milieu stimuleren met het Living Lab.

Het gebied

Zwolle ligt in het lager gelegen deel van Overijssel: de IJssel-Vechtdelta. Daar is het voorkomen van natte voeten een belangrijke opgave. De Twentse stedenband is weliswaar hoger gelegen, maar door hoogteverschillen in het landschap dreigt ook daar regelmatig wateroverlast in de stad. Doel is de steden ook in de toekomst leefbaar en veilig te houden door het waterrobuust inrichten van wijken, bedrijventerreinen en vitale infrastructuur. Naast het voorkomen van wateroverlast door piekbuien ligt de nadruk op het voorkomen van overlast door droogte en hitte in stedelijk en aangrenzend landelijk gebied. De diversiteit van het gebied zorgt voor gevarieerde projecten waar lessen worden getrokken die breed toepasbaar zijn op regionaal en (inter)nationaal niveau. In Twentse stedenband zijn voorbeelden de aanleg van de Doorbraak om Almelo, het Kristalbad tussen Hengelo en Enschede en de plannen voor de Stadsbeek in Enschede. De IJssel-Vechtdelta wil vooral klimaatactieve wijken, vitale infrastructuur en kwetsbare objecten en waterrobuust ontwikkelen centraal stellen.

Samenwerken

De KAS-projecten houden zich bezig met droogte, wateroverlast, hitte, vitaal en kwetsbaar en waterrobuust inrichten. Deze opgaven worden integraal gerealiseerd in samenhang met andere gebiedsopgaven zoals woningrenovatie, herontwikkelen van wijken en bedrijventerreinen (renaturing cities), beheer en onderhoud en hernieuwbare energie. De projecten kenmerken zich door de betrokkenheid van overheden, gebruikers, bewoners, eigenaren, ondernemers en kennisinstellingen. Het Living Lab sluit daarop aan. Vanuit de bestaande organisaties wordt een aanjaagteam Living Lab samengesteld om samen te werken aan een leefbaar, klimaatbestendig Overijssel.