Gemeente Leiden en het bedrijfsleven in Rijnland maken afspraken over behoefte bedrijfsruimte in de Leidse regio

woensdag, 20 april 2016

Gemeente Leiden en Bedrijfsleven Rijnland, Stichting Ondernemend Leiden en VNO NCW Rijnland hebben de afgelopen tijd veelvuldig contact gehad over de behoefte aan bedrijventerreinen in de Leidse regio en de vraag of het aantal hectare in de Oostvlietpolder, dat voorheen ook was aangewezen als bedrijventerrein, voldoende gecompenseerd kan worden op andere locaties. Partijen hebben vandaag overeenstemming bereikt over een convenant op hoofdlijnen waarin afspraken staan hoe in de behoefte aan bedrijfsruimte anderszins kan worden voorzien.

Zowel de gemeente als het bedrijfsleven vinden het belangrijk dat er nu en in de toekomst voldoende kwantitatieve en kwalitatieve ontwikkelingsruimte voor ondernemers beschikbaar is. Dit is belangrijk voor een gezonde economische ontwikkeling van de regio.

Frank Ponsioen, voorzitter Bedrijfsleven Rijnland, "We zijn gedurende het proces met de gemeente in gesprek gebleven en we zijn blij dat we nu concrete afspraken hebben kunnen maken over de invulling van de (toekomstige) behoefte aan bedrijventerreinen. Daarom hebben wij besloten ons beroep bij de Raad van State in te trekken."

Robert Strijk (wethouder Economie) "Ik heb waardering voor de inzet van het bedrijfsleven. Ze leveren een belangrijke bijdrage aan de economische ontwikkeling van de Leidse regio en hebben hun nek hiervoor uitgestoken. Natuurlijk ben ik zeer blij dat we er op een goede manier zijn uitgekomen en dat het bedrijfsleven alsnog het beroep heeft ingetrokken bij de Raad van State".

De actuele behoefte aan bedrijventerreinen in de Leidse regio is recent onderzocht door Bureau Stedelijke Planning in opdracht van de gemeente Leiden. Hieruit blijkt dat er nog steeds een actuele regionale behoefte is aan gemengd bedrijventerrein in de Stedelijke as Leiden-Katwijk.

De partijen kijken nu samen vooruit naar de toekomst. Het belangrijkste punt uit het convenant is dat de behoefte aan ruimte om te ondernemen in Leiden en de regio wordt geaccommodeerd. Hierbij wordt niet alleen gelet op de kwantiteit (aantal vierkante meters) maar ook de kwaliteit van de bedrijventerreinen. Om de gemaakte afspraken te waarborgen wordt gestart met een nulmeting die als basis dient voor een jaarlijkse monitor, die zowel de kwantiteit als kwaliteit van de hectares bedrijventerreinen in kaart brengt. Uitgangspunt hiervoor vormen de rapporten van Bureau Stedelijke Planning en de Behoefteraming bedrijfshuisvesting 2.0 uit 2012. Het college heeft inmiddels het voorstel om de toelichting bij het bestemmingsplan Oostvlietpolder aan te passen aan de raad gestuurd.