Ouderen met een verstandelijke beperking krijgen het extra zwaar

donderdag 21 april 2016 15:00 Binnenland

Dit is een origineel bericht van LOV, Landelijk Ouder Verbond

Zeist, 21/04/2016

Zorgen van ouders en andere verwanten over hoe het verder moet met hun ouder wordende familielid met een verstandelijke beperking waren voor het LOV(1) aanleiding te laten onderzoeken wat bekend is over de specifieke problematiek van ouderen met een verstandelijke beperking en hoe hun kwaliteit van leven zou kunnen verbeteren. Naar aanleiding van het verkennend (voor) onderzoek van Prof. J.S. Reinders van de Vrije Universiteit Amsterdam constateert het LOV dat aan de zeer kwetsbare groep ouderen met een verstandelijke beperking in het nationale beleid geen aandacht wordt besteed, terwijl de zorg dreigt te verschralen.

Het gaat om ouderen met zeer verschillende karakteristieken, uiteenlopende beperkingen en individuele behoeften, met veelal tenminste een zelfde kenmerk in hun levensloop: op jonge leeftijd zijn ze uit het gezin geplaatst om in een groep te gaan leven waarvan de samenstelling steeds verandert. Doorgaans hebben ze weinig privacy en krijgen ze te maken met voortdurend wisselende verzorgers. En als ze oud zijn houdt de verzorging vaak onvoldoende rekening met hun leeftijd. Ouders die hen vroeger nog regelmatig kwamen opzoeken en meenemen, zijn inmiddels of hoogbejaard of overleden.

Naar aanleiding van het (voor) onderzoek De Toekomst van Ouderen met een Verstandelijke Beperking(2) signaleert het LOV dat: - De levensloop van ouderen met een verstandelijke beperking leidt gemakkelijk tot een cumulatie van frustraties, mede doordat ze vaak onvoldoende in staat zijn hun onvrede te uiten. - Er bestaat een vergrote kans op eenzaamheidsproblemen en andere psychiatrische problematiek. Depressies onder ouderen met een verstandelijke beperking komen vier maal zo vaak voor als onder dezelfde leeftijdsgroep (boven 50 jaar) zonder verstandelijke beperking, namelijk 1 op 13 tegenover 1 op 50 ouderen.(3) Dit en andere psychiatrische problemen zijn waarschijnlijk mede het gevolg van zorg die onvoldoende aansluit op de specifieke individuele behoeften van deze kwetsbare mensen. - Bovenop de verslechterde fysieke toestand die gaandeweg bij iedereen boven de 50 jaar optreedt is er bij de ouderen met een verstandelijke beperking vaker sprake van overgewicht, te weinig beweging en geringere lichamelijke fitheid, slikproblemen en diabetes mellitus. De problemen van deze ouderen zullen groeien door de verschraling van de zorg.

De geschetste problematiek van deze kwetsbare mensen contrasteert schril met de in ontwikkeling zijnde beleidsomgeving:

- Het Nationaal Programma Ouderenbeleid noemt deze kwetsbare ouderen met een verstandelijke beperking niet.

- De Wet Maatschappelijke Ondersteuning vraagt van mensen vergrote zelfredzaamheid en participatie. Deze verwachting maakt de problematiek van de langdurig geinstitutionaliseerde ouderen nog groter.

- Om dezelfde rechten als iedereen te kunnen realiseren vereist de VN Conventie van de Rechten van Mensen met een Handicap een specifieke benadering voor deze ouderen.

- Wetgeving en de daarbij behorende procedures en financiering bestendigen de problematiek: algemene verpleeghuizen en verzorgingshuizen zijn niet afgestemd op ouderen met een verstandelijke beperking. Waar vooral ook mentale ondersteuning nodig is, biedt men meestal alleen medische verpleging en verzorging. Ook al betreft het ouderen, de verzorging en ondersteuning in instellingen voor personen met verstandelijke beperkingen verschillen doorgaans weinig van die voor jongeren.(4) De financiele regelingen bieden voor de instellingen weinig ruimte voor begeleiders om voldoende persoonlijke aandacht aan deze ouderen te kunnen geven.

Het gaat om individuen met hun eigen zeer specifieke persoonsgebonden levensverhalen, mogelijkheden en beperkingen met de daarbij behorende individuele wensen en behoeften. Of de aandacht en zorg daadwerkelijk toegespitst worden op de persoonlijke behoefte aan aandacht, ondersteuning en verzorging van de individuele oudere met een verstandelijke beperking is in de praktijk vooral afhankelijk van zeer toegewijde begeleiders. Maar de regels, verantwoordingsprocedures, protocollen en het vele papierwerk waarmee begeleiders moeten werken stimuleren dat niet.

Het LOV vraagt nadrukkelijk de aandacht voor deze kwetsbare mensen in de zorg en bepleit de volgende acties:

- Meer specifieke, individugerichte en op verschillende levensfasen afgestemde zorg moet mogelijk gemaakt worden door de schotten tussen de regelingen voor ouderenzorg, gehandicapten beleid en verpleging en verzorging weg te nemen.

- In het Nationaal Programma Ouderenzorg dienen ouderen met een verstandelijke beperking nadrukkelijk een plaats te krijgen.

- Ook dient in het Nationaal Programma Gehandicaptenzorg aandacht besteed te worden aan ouder wordende geestelijk gehandicapten.

- Het is essentieel dat de verschillende instanties en zorgaanbieders meer gaan samenwerken bij het faciliteren van levensfase- en individugerichte zorg en begeleiding van ouderen met een verstandelijke beperking.

- Er is demografisch en epidemiologisch onderzoek nodig naar ontwikkelingen in de (stijgende) omvang van deze groep en de behoeften aan specifieke voorzieningen. Ook dienen de specifieke barrieres voor het realiseren van hun levenskwaliteit, die opgeworpen zijn door een woud aan regelingen, procedures en financiele stromen, in kaart gebracht te worden.

- De bij onderzoekers en kenniscentra aanwezige kennis moet sneller in de zorgpraktijk toegepast worden.

- De ondersteuning van ouderen met een verstandelijke beperking vereist specifieke individugerichte deskundigheid en vaardigheden. Het beroepsonderwijs dient op dit thema geevalueerd en verbeterd te worden.

- De realisatie van rechten die verleend worden bij ratificatie van de UN Conventie (CRPD) vereist snelle maatregelen van de Nederlandse overheid.

*

*

*

*