Bussemaker overweegt wet te wijzigen bij hoge Cito-score

Minister Bussemaker van OCW wil stappen ondernemen om de wet te wijzigen voor kinderen die hogere Cito-scores hebben dan het schooladvies luidde. In dat geval moeten leraren verplicht hun advies aanpassen. Dit zei de bewindsvrouw in het televisieprogramma WNL op zondag. De AVS denkt niet dat het herwaarderen van de eindtoets als selectie-instrument de leerlingen betere en meer objectieve kansen geeft.

De AVS vindt het geen goed idee als de Cito weer een selectiemiddel wordt. Zij onderschrijft juist de huidige wetgeving, waarbij het schooladvies van de basisschool leidend is gemaakt voor de schoolkeuze in het vo. AVS-voorzitter Petra van Haren schrijft in een brief aan de vaste Kamercommissie van OCW: "De professionals uit het primair onderwijs zetten bij het opstellen van het advies nadrukkelijk de belangen van leerlingen voorop en wegen hierbij zorgvuldig de mogelijkheden af. Zij kennen de leerlingen vaak al 8 jaar... De eindtoets is nadrukkelijk een instrument voor een `second opinion' geworden om leerlingen alleen in positieve zin een voordeel van de twijfels te kunnen geven."

Bussemaker reageerde in het televisieprogramma op de scherpe conclusies van de Staat van het Onderwijs, waaruit bleek dat leerlingen van laagopgeleide ouders soms een lager advies krijgen dan kinderen van hoogopgeleide ouders, ook als ze dezelfde score hebben behaald op de eindtoets. Scholen heroverwegen het schooladvies niet altijd als de Cito-score van een kind hoger uitvalt dan verwacht. Volgens de minister gebeurt dat maar in een op de zes gevallen, en dat wil ze veranderen. Binnenkort stuurt ze een brief aan de scholen hierover. Daarna gaat ze een wetswijziging voorbereiden.

De AVS ziet antwoorden in deze `problematiek' uitsluitend in het (nog) verder professionaliseren van schoolleiders en leerkrachten en in een nauwere verbinding van het po en vo in een gezamenlijke lijn voor funderend onderwijs. "Goed onderwijs vereist goede mensen voor de klas, en ook de schoolleider speelt een grote rol", aldus Van Haren. Uit de Staat van de Schoolleider, die tegelijk met de Staat van het Onderwijs is uitgekomen, blijkt dat schoolleiders ervan doordrongen zijn dat hun kwaliteit essentieel is voor de kwaliteit van het onderwijs. Scholen moeten "alert zijn op het daadwerkelijke proces van onderwijs en verwijzing dat altijd in het belang van maximale kansen voor ieder kind moet worden ingericht." De AVS meent dat in de curriculumontwikkelingen rond 2032 mooie kansen liggen voor nadere afstemming en doorlopende leerlijnen tussen po en vo.

De AVS zal binnenkort peilen hoe er met de resultaten van de eindtoetsen wordt omgegaan in verband met het bijstellen van adviezen.