'We kunnen weer vooruitkijken'
'We kunnen weer vooruitkijken' /
28 april 2016 - Voor het eerst in zes jaar bevat de kadernota geen nieuwe bezuinigingen. Het afgelopen jaar is afgesloten in de plus en de gemeentelijke inkomsten en uitgaven zijn weer in balans. En er is ruimte om de komende jaren de economische vitaliteit van Delft verder te versterken. Dat
blijkt uit de jaarstukken die het college deze week naar de gemeenteraad heeft gestuurd.
markt delft
De gemeente sluit de Jaarrekening 2015 af met een positief resultaat. Dit komt vooral doordat de Delftse bijdrage aan de spoortunnel nu als bezit op de balans staat. Ook beheersmaatregelen in de Spoorzone vielen gunstig uit. Verder vielen de kosten in het sociaal domein lager uit dan begroot
en ontving de gemeente een hogere vergoeding van het Rijk voor het verstrekken van bijstand. Hierdoor heeft de gemeente de negatieve stand van de algemene reserve weg kunnen werken, zonder dat er overigens sprake is van een hoger banksaldo.
Bijgedragen aan herstel
"De afgelopen jaren hebben we hard gewekt aan financieel herstel", zegt wethouder Aletta Hekker (Financien). "Het waren niet de gemakkelijkste jaren, niet voor de stad en niet voor onszelf. We kampten met forse tegenvallers die vroegen om ingrijpende maatregelen. Dat heeft pijn gedaan. Dan is
het wel goed om te merken dat de maatregelen die we hebben getroffen, effect hebben. En dat we een kadernota kunnen presenteren die geen nieuwe bezuinigingen bevat. We kunnen weer vooruitkijken. Met dank aan inwoners en ondernemers trouwens. Want zij hebben bijgedragen aan het herstel. Wel
blijft het van groot belang om met gerichte maatregelen de financiele positie van Delft structureel verder te versterken. Want een financieel gezonde gemeente draagt substantieel bij aan een economisch vitale stad."
Rendement
Het college heeft, nu het halverwege de bestuursperiode zit, het bestuursprogramma 2014-2018 geevalueerd. Op dit moment zijn acht van de tien gestelde doelen gehaald. Voor de komende twee jaar kiest het college voor een combinatie van maatregelen die elkaar versterken en rendement moeten
opleveren voor de stad, op de korte en op lange termijn:
* Verlagen van de stadsschuld: de stadsschuld is nog altijd hoog, maar wel beheersbaar. Hij daalt vanaf 2018 omdat de gemeente aflost en de middelen heeft om de rente die op de stadsschuld rust, te betalen.
* Een Parelfonds: geld om geld te maken. Het college wil een Parelfonds instellen om samen met andere partijen te kunnen investeren in de toekomst van Delft en zo een met elkaar stappen te zetten naar een economisch vitaal Delft. Dat gaat niet vanzelf. Soms is een extra impuls van de
gemeente nodig, zodat ook anderen ook bereid zijn om te investeren.
* Geen verhoging van de OZB: het college wil de OZB `bevriezen' op het niveau van 2016 - de voorgenomen verhoging van het OZB-tarief in 2017 gaat van tafel. Dat betekent dat de OZB-tarieven niet stijgen in 2017 (behoudens inflatiecorrectie). Vanaf 2018 wil het college de OZB verlagen.
Hierbij wordt een balans gezocht tussen de omvang van de investeringsruimte en de mate van lastenverlichting. Het precieze percentage van deze verlaging wordt volgend jaar vastgesteld in de Programmabegroting.
* Hondenbelasting, precariobelasting kabels en leidingen: een besluit over de invoering van de hondenbelasting wordt een jaar uitgesteld. Het college onderzoekt momenteel of precariobelasting kan worden geheven op kabels en leidingen. Daarover volgt een voorstel in de Programmabegroting voor
2017-2020.
Uitvoeringsprogramma
De komende jaren staan in het teken van het verder versterken van de economische vitaliteit van Delft en de regio. Dat doet het college ook door naast deze maatregelen de ideeen en aanbevelingen uit het Deetman-rapport te vertalen in een uitvoeringsprogramma. "Dat gaan we niet alleen doen",
belooft Hekker. "Daar kunnen we de inbreng van de stad goed bij gebruiken. We mikken op een programma dat in nauwe samenwerking met alle betrokkenen in de stad tot stand komt."
Het college van b&w heeft de jaarstukken 2015, De Staat van Delft en de Kadernota 2016-2020 aangeboden aan de gemeenteraad, begeleid met een aanbiedingsbrief. De Kadernota wordt op 16 juni besproken in de commissie Economie, Financien en Bestuur, de jaarstukken op 23 juni, eveneens in de
commissie Economie, Financien en Bestuur. De stukken worden op 30 juni in de gemeenteraad behandeld.