Kans op succes van poeptransplantatie groter bij matching donor en p..


Gepubliceerd op
28 april 2016

Onderzoekers van fecestransplantatie zijn erin geslaagd te traceren welke bacteriestammen van een donor na transplantatie aanslaan in de darmen van een patient. Een team onder leiding van het European Molecular Biology Laboratory, met medewerkers van Universiteit Wageningen , het Academisch
Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam en de Universiteit van Helsinki, ontdekte dat overeenkomst tussen donor en patient een grotere rol speelt bij deze transplantaties dan voorheen werd gedacht. Het onderzoek, dat vandaag wordt gepubliceerd in Science, kan ertoe leiden dat poeptransplantatie
voor meer aandoeningen een goede behandelingsoptie wordt.

'Het uiteindelijke doel is om fecestransplantatie te vervangen door een gemakkelijker uitvoerbare behandeling, bijvoorbeeld met een pil,' vertelt Simone Li, die bij EMBL het werk verrichtte. 'Uit ons werk blijkt dat het daarbij vermoedelijk eerder zal gaan om een gepersonaliseerde
bacteriecocktail, dan om een standaardoplossing.'

Bij fecestransplantaties worden microben uit de ontlasting van een gezonde donor genomen en overgebracht naar de darmen van de patient. De hoop is dat dit bijdraagt tot het herstel van patienten die lijden aan aandoeningen waarbij het normale evenwicht van microben in de darmen verstoord
wordt. Deze therapie wordt al met succes toegepast voor het behandelen van Clostridium difficile infecties - die levensbedreigende diarree kunnen veroorzaken en een ernstig probleem vormen in ziekenhuizen en zorginstellingen. Voor andere aandoeningen, zoals colitis ulcerosa, bleek
fecestransplantatie minder doeltreffend.
Het recente onderzoek, geleid door Peer Bork en Shinichi Sunagawa van EMBL, kan hiervoor een oplossing bieden. De kunst is verder te kijken dan het soort microben in iemands darmen en te focussen op de stammen per soort, aldus de onderzoekers.

De onderzoekers kwamen erachter dat de kans dat de nieuwe microbenstammen van de donor na een fecestransplantatie de darmen van een patient koloniseren, groter is als de patient zelf al over die soort beschikt. Dit houdt in dat wanneer artsen donoren en patienten matchen, de kans op een
succesvolle behandeling aanzienlijk toeneemt.

'Door naar bacteriestammen in plaats van bacteriesoorten te kijken, kunnen we daadwerkelijk zien of bijvoorbeeld een antibioticaresistente stam wordt vervangen door een niet-resistente,' legt microbioloog Willem de Vos uit, die de werkzaamheden bij Wageningen UR leidde, 'dus het zou kunnen
bijdragen aan de ontwikkeling van fecestransplantaties die bij andere aandoeningen dan alleen C. diff. werken.'

Het onderzoek is gebaseerd op een proef met fecestransplantaties bij de behandeling van metabool syndroom (stofwisselingsstoornis), uitgevoerd door Max Nieuwdorp in het Academisch Medisch Centrum. Het werk leunt op gegevens van slechts tien personen, en levert toch een sterke indicatie dat
donor-patientcompatibiliteit belangrijker is dan tot dusver werd aangenomen.

mailen
Tweet

* prof.dr. WM (Willem) de Vos
Contactpersoon prof.dr. WM (Willem) de Vos
Contactformulier