Geld voor vernieuwing in sociaal domein


Sandra Steeghs

Sinds 1 januari 2015 hebben wij er verschillende taken op het gebied van jeugd, Wmo en werk bijgekregen. Daarvoor krijgen wij geld vanuit het Rijk, maar wel minder dan dat er voorheen door het Rijk en de provincie voor deze taken werd uitgetrokken. Toch houden veel gemeentes geld over in het
sociaal domein.

Ook de gemeente Renkum houdt geld over, ongeveer 4 miljoen euro. Dit heeft vooral te maken met de overgangsfase waarin de gemeente zit, en de onduidelijkheden die de veranderingen met zich meebrachten. Dit geld blijft beschikbaar voor het sociaal domein.

Onduidelijkheid

Een belangrijke oorzaak voor het overhouden van het geld, is dat het daadwerkelijk aantal clienten kleiner lijkt dan de clientengegevens die de gemeente ontving deden vermoeden. Wethouder Hermine van den Berg: "Onze begroting was vastgesteld op basis van het geld dat we van het Rijk krijgen
voor het sociaal domein. Dit was een ruwe schatting. We wisten dat de rijksbijdrage was vastgesteld op vervuilde gegevens. Maar we wisten ook niet met welke clienten we te maken zouden krijgen. Zo waren er inwoners die wel een indicatie hadden, maar geen zorg ontvingen, terwijl de bestanden
een ander beeld gaven. Ook vielen veel clienten in de nieuwe wetgeving onder de Wet Langdurige Zorg. De WLZ is niet naar de gemeente gegaan."

Eindafrekening lijkt mee te vallen

De eindafrekening die wij van zorgaanbieders krijgen, lijkt in eerste instantie mee te vallen. "Maar ook hier hebben we nog te maken met onzekerheid", zegt wethouder Van den Berg. "De zorgaanbieders hebben te maken met een groot aantal gemeenten en lopen daardoor soms wat achter met
factureren. Ook bij de sociale verzekeringsbank zijn er nog administratieve problemen. We weten daardoor nog niet zeker of alle kosten daadwerkelijk in rekening zijn gebracht."

Van transitie naar transformatie

In 2015 zijn wij vooral bezig geweest met een goede overgang van de zorgtaken. "Ervoor zorgen dat alle clienten de zorg krijgen die zij nodig hebben was prioriteit nummer een. Met de innovatie van het zorgaanbod gaan we nu steeds meer aan de slag. Het geld dat we nu over hebben, gaan we ook
daarvoor inzetten. Innoveren is iets wat we graag willen, maar is ook iets wat moet. De komende jaren wordt het budget dat we van het Rijk krijgen flink beperkt. In 2020 moeten we met ruim 4 miljoen euro minder uitkomen. Om deze bezuiniging te realiseren gaan we de werkwijze veranderen. Maar
het doel blijft om aan mensen die zorg nodig hebben, zorg te blijven verlenen."