Vrouwen verdienen in het onderwijs 15 procent minder dan mannen. De salarisverschillen zijn in het onderwijs, samen met de zorg, het grootst van alle sectoren. Dat blijkt vandaag uit het onderzoek van de Stichting Loonwijzer in samenwerking met Monsterboard. In het onderzoek zijn tien verschillende werksectoren onderzocht.

Vrouwen komen er in het onderwijs slechter vanaf dan bijvoorbeeld in de sector horeca & toerisme, waar de loonkloof tussen mannen en vrouwen met 2 procent een stuk kleiner is. Net als in de productiesector met 6 procent. In de bouwsector verdienen mannen en vrouwen evenveel.

Andere landen

In het onderwijs verdienen mannen met een uur werken 18,50 euro, voor vrouwen is dat 15,70 euro. Vergeleken met andere landen doet Nederland het niet slecht. In Duitsland verdienen mannen in het onderwijs namelijk 36 procent meer en in Engeland 23 procent.

Volgens Paulien Osse, directeur van de Stichting Loonwijzer, kan het verschil in salaris in het onderwijs meerdere redenen hebben. "Indicatief voor het onderwijs en de zorg is dat vrouwen vaker minder werken. Juist in deze sectoren zijn daar mogelijkheden voor", zegt Osse. "Maar dat betekent ook dat ze andere functies hebben en minder kans maken op promotie."

Een andere reden kan zijn dat er meer oudere mannen werken met een vast contract die al in de top van hun loonschaal zitten. "Als er jongere vrouwen met flexibele contracten werken, scheelt dat in salaris. Dat kan allemaal meespelen."

Bovendien: als vrouwen onderhandelen gaat dat vaak over `work-life-regelingen' dan over geld, legt Osse uit.