Inzet rechercheurs staat niet ter discussie


Inzet rechercheurs staat niet ter discussie

Laatste update:
20-05-2016 | 15:41

Nederland - De talloze reacties op het rapport Handelen naar waarheid over de toekomst van de opsporing roepen her en der het beeld op alsof het gebrek aan kwaliteit te wijten valt aan individuele rechercheurs. Portefeuillehouder Opsporing Stoffel Heijsman heeft grote moeite met dat beeld.

`Het staat buiten kijf dat Handelen naar waarheid de huidige stand van zaken helder op een rij zet', zegt Stoffel Heijsman, politiechef Oost-Nederland en portefeuillehouder Opsporing. `Het rapport legt gewoon de vinger op de zere plek. Niet alleen bij de politie, maar binnen de hele
strafrechtketen. Het is ook bepaald niet zo dat wij door de uitkomsten overvallen of verrast zijn. De politie is zich al langer bewust dat de schoen wringt en heeft om die reden zelf om deze studie gevraagd. Prima dus dat deze voor ons noodzakelijke toets van de opsporing er nu ligt. Wij
hebben daarom absoluut niet de behoefte om de kritiek te weerleggen, want het is iedereen duidelijk dat zaken aan verandering toe zijn.'

Waardering

Wel heeft Heijsman grote moeite met de suggestie dat het gebrek aan kwaliteit te wijten valt aan individuele rechercheurs: `Dat is volstrekt ongenuanceerd en doet collega's ernstig tekort. Hun inzet en motivatie staan niet ter discussie. Rechercheurs boeken prima resultaten en hun
betrokkenheid is juist enorm. Zij lossen veel en vooral ook maatschappelijk belangrijke zaken op. De recente Reputatiemonitor toont aan dat de Nederlandse bevolking groot vertrouwen heeft in de politie. Die waardering komt beslist ook op het conto van de opsporingscollega's.'

Politieleiding

We mogen het volgens de portefeuillehouder individuele rechercheurs gewoonweg niet aanrekenen dat we nu eenmaal altijd meer zaken dan opsporingscapaciteit hebben: `De analyses uit Handelen naar waarheid bevestigen dat cruciale feit wederom. Wij trekken het ons als politieleiding aan dat wij
rechercheurs hun werk moeten laten doen, terwijl wij hen door noodzakelijke bezuinigingen onvoldoende opleidingsmogelijkheden en middelen kunnen bieden. Daar ligt voor ons een verantwoordelijkheid.'

Kansen

`Wat binnen de opsporing tot nu toe is bereikt, vormt juist het fundament voor de veranderingen die ons voor ogen staan', vervolgt Heijsman. `Het is geen revolutie, maar een evolutie. Wij willen met elkaar doorgroeien naar een toekomstbestendige opsporing, die slagvaardig en doeltreffend in
kan spelen op actuele ontwikkelingen in de maatschappij en de criminaliteit in het bijzonder. Daarbij slaan wij de handen ineen met het Openbaar Ministerie. Wij moeten dit rapport niet lezen als een veeg uit de pan, maar juist als kansen die wij aangereikt krijgen. Kansen om allereerst de
basis op orde te krijgen door te werken aan effectievere opsporing en door de kwaliteit van individuele rechercheurs te versterken. Kansen die op langere termijn leiden tot een opsporingsorganisatie die in staat is om gelijke tred te houden met de wereld om ons heen.'