Er zijn weer iets meer leerlingen in het voortgezet onderwijs die doorstromen naar een hoger niveau. Sinds het schooljaar 2013-2014 is het percentage van leerlingen vmbo-t dat havo gaat doen gestegen van 14,8 naar 16,7 procent. In schooljaar 2006-2007 zette nog 21,3 procent die stap.

Staatsecretaris Sander Dekker van Onderwijs grijpt de jongste DUO-cijfers aan om `te constateren dat het beeld dat stapelen niet meer voorkomt of niet meer zou mogen, nuance behoeft.' Zo schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer vandaag. De Volkskrant kreeg de cijfers als eerste en kopt in de papieren krant: `Stapelen op scholen is weer populair'.

Politiek gevoelig

De doorstroom van leerlingen is een politiek gevoelig onderwerp. In Nederland worden kinderen al op 11/12-jarige leeftijd geselecteerd voor een bepaald type middelbare school. Dit niveau blijkt vaak bepalend voor hun verdere loopbaan, ook na het onderwijs. In de Onderwijsverslagen wijst de inspectie de afgelopen twee jaar expliciet op het lage aantal `stapelaars'. Ook de Oeso constateerde in mei dat het Nederlandse onderwijssysteem veel te weinig mogelijkheden kent om tussentijds op te stromen.

Oorzaken voor de recente, lichte stijging van `stapelaars' heeft de staatssecretaris niet. Het kan wellicht zijn dat `leraren en schoolleiders hun verantwoordelijkheid hebben genomen om leerlingen meer kansen te bieden', schrijft Dekker.

Kijk voor alle doorstroomcijfers op de website Onderwijs in Cijfers van de overheid.