Vernieuwd inspectietoezicht per 1 augustus 2017 | www.avs.nl

Scholen krijgen minder werk aan het inspectietoezicht. De inspectie maakt voortaan meer gebruik van de verantwoording die scholen al hebben. Scholen kunnen behalve het oordeel `voldoende' straks ook de waardering `goed' krijgen. Dat kondigden minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker op 20 juni aan in een brief aan de Tweede Kamer. Het vernieuwde toezicht gaat per 1 augustus 2017 in.

De afgelopen jaren heeft de Inspectie van het Onderwijs deze nieuwe werkwijze in pilots getest. Uit de evaluatie van de pilots komt een overwegend positief beeld naar voren waarbij het overgrote deel van het onderwijsveld de vernieuwingen in het toezicht waardeert en het als een verbetering ziet. Dit blijkt uit de afsluitende rapportage `Naar vernieuwd toezicht' dat de OCW-bewindslieden aan de Kamer hebben aangeboden. Doordat het aantal (zeer) zwakke scholen en opleidingen sterk is gedaald, is er ruimte ontstaan voor gedifferentieerd toezicht, schrijven ze.

De waardering `goed' is nieuw voor po-, so- en vo-scholen. Een school die als `goed' wordt gewaardeerd, voldoet aan deugdelijkheidseisen en stelt niet alleen hoge ambities, maar maakt deze ook waar. Besturen en scholen kunnen straks zelf de inspectie vragen of ze in aanmerking komen voor de waardering `goed'. Dit geldt sinds enkele jaren al voor het predicaat `excellent'. Hiernaast blijven de oordelen zeer zwak, zwak en voldoende bestaan.

De inspectie voert jaarlijks een risicoanalyse uit waardoor tijdig ingegrepen kan worden als er toch risico's dreigen voor de kwaliteit van het onderwijs op een school. Om een goed beeld te krijgen, blijven de schoolbezoeken van de inspectie: dit vindt eens in de vier jaar plaats. Als uit de risicoanalyse blijkt dat er substantiele risico's zijn, gaat de inspectie over tot nader onderzoek. De inspectie sluit hierbij zoveel mogelijk aan bij informatie die besturen en scholen al beschikbaar stellen, zodat scholen minder papierwerk hoeven te doen voor de controles.