Sociaal Werk Nederland, de Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang vragen dringend aandacht voor asielzoekerspeuters. Er ontbreek een landelijk (financierings-)kader voor peuters die in asielzoekerscentra en noodopvang verblijven. Achterstand die hier ontstaat is nauwelijks te repareren. De organisaties steunen het recent voorgestelde amendement van de leden van Weyenberg en Sjoerdsma (D66) die wil dat het COA 6 miljoen ontvangt om voorschoolse opvang te organiseren voor peuters in asielzoekerscentra.

In Nederland verblijven op dit moment meer dan tweeduizend asielzoekerskinderen in de leeftijd van nul tot vier jaar in asielzoekerscentra en noodopvanglocaties. Voor deze kwetsbare kinderen is aandacht voor taalontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling juist cruciaal.

Marijke Vos, bestuursvoorzitter Sociaal Werk Nederland: `Een groot gedeelte van deze peuters zal immers in Nederland blijven. Ongelukkig genoeg hebben zij pas recht op onderwijs als ze vier jaar zijn. Ze moeten echter als het even kan juist al voor hun 4^e, zo snel mogelijk dus, spelend de Nederlandse taal kunnen leren en in contact komen met Nederlandse leeftijdgenootjes, gebruiken, normen en waarden. Dat voorkomt achterstand als ze starten met onderwijs op hun vierde of vijfde jaar."

Voorzieningen voor deze peuters zijn afhankelijk van de financiele (on)mogelijkheden van betrokken gemeenten. Sommige gemeenten hebben een (educatief) aanbod voor peuters die in de asielopvang verblijven, andere niet. Dat is onwenselijk, geven de betrokken organisaties aan. Tijdelijke financiering voor voorzieningen voor deze groep peuters is daarom noodzakelijk.

Sociaal Werk Nederland, Brancheorganisatie Kinderopvang en Branchevereniging Maatschappelijke Kinderopvang vragen al langer aandacht voor deze peuters en steunen het voorgestelde amendement van de leden van Weyenberg en Sjoerdsma (D66). Weyenberg en Sjoerdsma willen dat het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) met 6 miljoen euro voorschoolse opvang gaat organiseren voor deze peuters, in samenwerking met de gemeente, de inspecties, peuterspeelzaal- en/of kinderopvangorganisaties. Daarbij is het van belang om af te kunnen wijken van het vve-toezichtkader in overleg met de GGD en onderwijsinspectie. De betrokken organisaties willen zo spoedig mogelijk met de ministeries van OCW en Veiligheid & Justitie overleggen over de oplossingsmogelijkheden.