Maatschappelijke thema's aanpakken die de stad urgent vindt


28 juni 2016

Voortzetten wat goed gaat en veranderen wat nodig is. Dat is de essentie van het nieuwe beleidsplan voor het sociaal domein voor de periode 2016 tot en met 2018. Het plan bouwt voort op de koers die Almere vanaf begin 2015 heeft ingezet. Tegelijkertijd benoemt het maatschappelijke thema's
(bijvoorbeeld armoedebestrijding en de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp) die volgens de stad belangrijk zijn om aan te pakken. Omdat er knelpunten zijn in de praktijk. Omdat het huidige beleid onvoldoende richting of houvast geeft. Of omdat er kansen liggen om zaken beter en
gemakkelijker te regelen voor inwoners en hulpverleners. Die urgente thema's zijn gekozen door inwoners, vertegenwoordigers van inwoners (Adviesraad Sociaal Domein, BreedOverlegPlus), maatschappelijke organisaties en de gemeenteraad. Zij hebben - na besluitvorming in de raad - ook een
belangrijke rol bij de verdere concretisering en uitvoering van het plan.

Met de meeste mensen in Almere gaat het overwegend goed. Ze zijn zelfstandig en zelfredzaam en leveren door (vrijwilligers)werk, mantelzorg en burenhulp een belangrijke bijdrage aan de levens van anderen. Voor een deel van de mensen is zelfredzaam zijn niet vanzelfsprekend. Zij hebben soms of
langdurig ondersteuning nodig bij hun dagelijkse bezigheden. Dat lukt door hulp van anderen of van (professionele) organisaties. Het nieuwe beleidsplan gaat over de manier waarop Almere werkt aan een sterkere samenleving waarin iedereen op zijn of haar eigen manier kan meedoen. En over de
ondersteuning die mensen soms nodig hebben. De grootste opgaven staan hieronder beschreven.



De hele situatie van mensen centraal

De kern van het Almeerse beleid is samenhang: kijken vanuit het perspectief van een heel gezin of huishouden en vanuit alle levensdomeinen (opvoeding, onderwijs, werk, inkomen, gezondheid, sociale relaties). Minder in hokjes en regeltjes denken, maar doen wat nodig is. Daarbij kiest Almere
ervoor om het vinden van werk of een andere vorm van participatie tot prioriteit te maken. Het hebben van werk en het actief deelnemen aan de samenleving zijn voor veel andere vragen - gezondheid, welzijn, inkomen - de start van de oplossing.



Betere ondersteuning in de wijken

Een andere belangrijke doelstelling van het beleid is dat mensen langer veilig en gezond thuis kunnen wonen. Steeds meer ouderen en mensen met een beperking blijven namelijk in hun eigen huis en wijk. Daarnaast neemt het aantal plekken in bijvoorbeeld verzorgingshuizen en instellingen voor
jeugdhulp en beschermd wonen af. Hulpverleners in de wijken moeten beter worden toegerust om de juiste ondersteuning te bieden. Ze moeten vooral ook meer ruimte krijgen om samen met inwoners de juiste oplossingen te vinden. En er moet oog zijn voor passende ondersteuning van vrijwilligers en
mantelzorgers.



Sluitende aanpak voor veiligheid en crisisopvang

De verantwoordelijkheid van de gemeente voor het organiseren van een sluitende aanpak op het gebied van veiligheid en crisisopvang is groter geworden. Huiselijk geweld en kindermishandeling vragen om een aanpak die snel, adequaat en juist is. Bundeling van krachten en meer samenwerking met de
veiligheidsketen (politie, Raad voor de Kinderbescherming, et cetera) zijn hierbij van groot belang.



Balans tussen vertrouwen en controle

Inwoners en hulpverleners ervaren in de huidige situatie een grote administratieve lastendruk. De gemeente voert nog veel controle uit. De keerzijde is dat transparantie en verantwoording ook nodig zijn. Om te weten of mensen de juiste ondersteuning krijgen. En om te zien of publiek geld goed
wordt besteed. De uitdaging is om de juiste balans te vinden. De gemeente gaat meer sturen op resultaten en dempt onnodige controledrift. Verbeteringen ontstaan door te leren van de praktijk.

Na vaststelling is er voldoende tijd nodig om de ideeen goed met betrokkenen door te spreken, uit te werken en in de praktijk te brengen. Dat gebeurt zorgvuldig en gefaseerd. Ondertussen staat de wereld niet stil. Dagelijks ontstaan er nieuwe praktijkervaringen. En de effecten van het beleid
worden ook steeds beter meetbaar. Dit betekent dat beleid en uitvoering ook na vaststelling voortdurend in beweging blijven en dat alle betrokkenen hierover met elkaar in gesprek blijven.