Schors Saudi-Arabie uit de VN Mensenrechtenraad


Saudi-Arabie maakt zich schuldig aan `grove en systematische mensenrechtenschendingen', zowel in het buitenland als in eigen land, en gebruikte zijn positie in de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties (VN) om berechting voor mogelijke oorlogsmisdaden te voorkomen. Dat zeggen Amnesty
International en Human Rights Watch vandaag in een gezamenlijke verklaring. Ze doen daarmee een dringende oproep aan de Algemene Vergadering van de VN om Saudi-Arabie als lid van de VN Mensenrechtenraad te schorsen.

De organisaties roepen op om Saudi-Arabie te schorsen uit de VN Mensenrechtenraad zolang het land de onwettige aanvallen door de militaire coalitie die het leidt in Jemen, niet staakt. Naar deze aanvallen moet een geloofwaardig en onpartijdig onderzoek worden gestart.

`De geloofwaardigheid van de VN Mensenrechtenraad staat op het spel. Sinds Saudi-Arabie in de Raad kwam, is de mensenrechtensituatie in het land verder verslechterd. De coalitie (geleid door Saudi-Arabie) heeft duizenden burgers onwettig gedood en verwond in het conflict in Jemen. Het riekt
naar hypocrisie als het dit land wordt toegestaan een actief lid van de Raad te blijven, terwijl het zijn positie heeft gebruikt om zichzelf te beschermen tegen aansprakelijkheid voor mogelijke oorlogsmisdaden. Het zou 's werelds hoogste mensenrechtenorgaan in diskrediet brengen,' zei Richard
Bennett, hoofd van Amnesty International's VN-kantoor.

`Het sterke bewijs voor het begaan van oorlogsmisdaden door de door Saudi-Arabie geleide coalitie in Jemen had door de Mensenrechtenraad onderzocht moeten worden. In plaats daarvan gebruikte Saudi-Arabie op cynische wijze het lidmaatschap van de Raad om een door Nederland opgestelde resolutie
voor een internationaal onderzoek af te wenden, en steun te vragen voor hun eigen resolutie die een nationaal Jemenitisch onderzoek instelde. Dat onderzoek is er negen maanden later niet in geslaagd om op een geloofwaardige manier de beschuldigingen van oorlogsmisdaden en andere ernstige
schendingen te onderzoeken.'

Nederland

In september 2015 diende Nederland bij de Mensenrechtenraad een resolutie in waarmee de VN een mandaat zou hebben gekregen om de schendingen van alle partijen in het conflict in Jemen sinds september 2014 te documenteren. Nederland kreeg echter onvoldoende internationale steun en trok de
resolutie op het laatste moment onder druk van Saudi-Arabie en de Verenigde Staten terug. De Nederlandse inzet voor een evenwichtige resolutie was prijzenswaardig. Ook de aangenomen motie in de Tweede Kamer over een de-facto wapenembargo tegen Saudi-Arabie was een welkom kritisch signaal aan
de Saudische autoriteiten. Desondanks deed minister Koenders nog steeds geen duidelijk veroordelende uitspraak over de Saudische rol in het conflict.

Ook op de toegenomen repressie van vrijheid van meningsuiting en vereniging in het land weigert Nederland bondgenoot Saudi-Arabie publiekelijk aan te spreken. Sinds Saudi Arabie in 2014 lid werd van de mensenrechtenraad zijn alle prominente en onafhankelijke mensenrechtenverdedigers gevangen
gezet, tot zwijgen gebracht of gedwongen te vluchten. Nederland veroordeelde deze repressie geen enkele keer publiekelijk.

Mensenrechtenschendingen

`Als lid van de Mensenrechtenraad wordt Saudi-Arabie geacht de hoogste mensenrechtenstandaarden in acht te nemen. In werkelijkheid leidde het een militaire coalitie die onwettige en dodelijke luchtaanvallen uitvoerde op markten, ziekenhuizen en scholen in Jemen. De coalitie heeft ook
herhaaldelijk internationaal verboden wapens ingezet in burgergebieden. In eigen land voert Saudi-Arabie honderden executies uit, worden kinderen na oneerlijke rechtszaken ter dood veroordeeld, en worden critici en mensenrechtenactivisten met harde hand onderdrukt.'

Tijdens het huidige Saudische lidmaatschap van de Raad, is de repressie van alle vormen van kritiek in Saudi-Arabie onverminderd doorgegaan, onder meer door oneerlijke rechtszaken bij speciale anti-terreur rechtbanken en lange gevangenisstraffen voor vreedzame critici en
mensenrechtenverdedigers. Sinds Saudi-Arabie bij de Raad kwam, zijn meer dan 350 mensen geexecuteerd. In 2015 vonden de meeste gerapporteerde executies plaats sinds 1995.

De afgelopen weken heeft Saudi-Arabie de verantwoordelijkheid ontlopen door de VN onder druk te zetten om de militaire coalitie die het leidt in Jemen van een lijst af te halen met staten en gewapende groeperingen die kinderrechten schenden in gewapende conflicten. Saudi-Arabie dreigde om de
VN te verlaten, zijn financiele steun waaronder voor humanitaire projecten in te trekken, en om bevriende staten hier ook toe aan te zetten.

Belangrijke bondgenoten van Saudi-Arabie, waaronder de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, zijn er - ondanks het groeiende bewijs van oorlogsmisdaden - niet in geslaagd om wapenleveranties te stoppen die bestemd waren voor gebruik in Jemen.

`Het is des te schokkend dat de internationale gemeenschap zich in stilzwijgen hult en het steeds nalaat om Saudi-Arabie onder druk te zetten. Zaken en wapens komen voor mensenrechten, ondanks de reputatie van het Koninkrijk op het gebied van het begaan van ernstige en systematische
mensenrechtenschendingen in een context van complete straffeloosheid,' zei Richard Bennett.

Amnesty International en Human Rights Watch roepen VN lidstaten op om te stemmen voor een schorsing van Saudi-Arabie uit de Raad. Daarnaast willen ze een onafhankelijk, onpartijdig en internationaal onderzoek naar de schendingen van het internationale oorlogsrecht in Jemen.

Achtergrond

Volgens Resolutie 60/251 van de Algemene Vergadering, die de Mensenrechtenraad creeerde, `mag de Algemene Vergadering, door middel van een twee derde meerderheid van de aanwezige leden en door een stemming, de lidmaatschapsrechten van de Raad van een lidstaat opheffen, als die lidstaat
ernstige en systematische mensenrechtenschendingen begaat.' In 2011 was Libie het eerste en enige land dat werd geschorst.

De Mensenrechtenraad komt van 13 juni tot 1 juli bijeen. De eerstvolgende sessie is van 13 tot 30 september.

Lees de volledige verklaring van Human Rights Watch en Amnesty International.