OM eist na cassatie 16 jaar cel voor moord op echtgenoot in Tiel


30 juni 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Arnhem heeft zestien jaar cel geeist tegen een inmiddels 59-jarige vrouw wegens de moord op haar echtgenoot in Tiel in de nacht van 19 op 20 oktober 2011. De man werd in zijn slaap met een hard voorwerp op zijn hoofd geslagen en meermalen gestoken met een mes.

Het slachtoffer werd in de bewuste nacht dood in zijn woning aan de Adriaan van Ostadestraat in Tiel aangetroffen. De politie was ter plaatse gekomen na een inbraakmelding. Na de vondst van het lichaam werd direct een grootschalig onderzoek gestart. In eerste instantie werd rekening gehouden
met diverse scenario's. Een daarvan was het scenario van een uit de hand gelopen inbraak, maar daar was naar de mening van het OM geen enkele aanwijzing voor. Een kleine twee maanden later, op 13 december, werd de vrouw van het slachtoffer aangehouden op verdenking van moord.

Het gerechtshof in Arnhem veroordeelde de man vrouw eerder tot veertien jaar cel voor moord, na de eis van de advocaat-generaal van zestien jaar; dit was ook de straf die de rechtbank had opgelegd. De verdachte stelde beroep in cassatie in. De Hoge Raad oordeelde dat het hof de voorbedachte
raad niet toereikend had gemotiveerd en wees de zaak terug. Om die reden werd de zaak vandaag opnieuw behandeld. Op de zitting stond de vraag naar de kwalificatie (moord/doodslag) en de daarmee samenhangende strafoplegging centraal.

De advocaat-generaal vindt dat wel degelijk de voorbedachte raad bewezen kan worden en dat dus sprake is van moord. "Er is geen enkele indicatie dat sprake is geweest van een plotselinge gemoedsopwelling waardoor het handelen van verdachte is ontstaan. Het slachtoffer lag te slapen. Er is geen
enkele aanwijzing voor een eerdere ruzie die avond. Uit niets blijkt dat de dodingshandelingen door wat dan ook zijn getriggerd. En verdachte zelf geeft ook geen enkele indicatie dat sprake zou zijn van een plotselinge gemoedsopwelling. Nu niets wijst op een dergelijke opwelling en alles duidt
op een grote mate van koelbloedigheid staat in voldoende mate vast dat geen sprake is van een opwelling en de voorbedachte raad kan dan ook bewezen worden verklaard", aldus de advocaat-generaal.

Volgens de advocaat-generaal is een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats. "De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het ernstigste delict uit het wetboek. Omdat ze ongelukkig was in haar huwelijk en vanwege financiele motieven is ze gekomen tot haar daad. Ze heeft in een
klap haar kinderen van hun vader en deels ook van hun moeder beroofd en ook de overige familie en vrienden van het slachtoffer groot leed toegebracht. Haar daad heeft de rechtsorde ernstig geschokt en door het in scene zetten van een uit de hand gelopen inbraak voor veel onveiligheid in de
maatschappij gezorgd", aldus de advocaat-generaal.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*