Latere start met taaltherapie net zo effectief bij afasie na beroerte


Geplaatst op 30 juni 2016

Een kwart tot een derde van de patienten heeft na een beroerte afasie, een taalstoornis. Afasietherapie helpt bij het herstel van verbale communicatie. Uit nieuw onderzoek blijkt de timing en de intensiviteit van de therapie geen verschil op te leveren in de verbetering van verbale
communicatie. De Hersenstichting heeft dit onderzoek met een bijdrage van EUR 150.000 gesteund.

Jaarlijks krijgen ongeveer 45.000 Nederlanders een beroerte. Een kwart tot een derde van de patienten met een beroerte heeft afasie. Dit is een taalstoornis die zich uitstrekt over de gebieden spreken, taalbegrip, lezen en schrijven. Het uit zich bij iedereen anders. De soort en ernst van de
afasie hangt af van de plaats en de ernst van de hersenbeschadiging.

Veel patienten met afasie ervaren forse belemmeringen in de communicatie met aanzienlijke gevolgen voor het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven. In Nederland krijgen vrijwel alle patienten met afasie na een beroerte reguliere afasietherapie, ook wel cognitief-linguistische
therapie (CL-Therapie) genoemd.



Goede wetenschappelijke studies naar het effect van afasietherapie zijn schaars. Er is bewijs dat afasietherapie helpt bij het herstel van communicatie, maar het was tot nu toe onduidelijk of en hoe de effectiviteit wordt beinvloed door het moment waarop de therapie wordt gestart (timing) en
de intensiteit van de therapie. Dit is onderzocht met een bijdrage van EUR 150.000 van de Hersenstichting.

Uitkomsten van het onderzoek

Uit dit onderzoek blijkt het niet noodzakelijk om bij afasie door een beroerte zo snel mogelijk (twee weken na de beroerte) intensieve afasietherapie te geven. Enkele weken later starten (zes weken na de beroerte) leidt tot vergelijkbare verbetering van de verbale communicatie. Ook is het niet
nodig om in de vroege fase afasietherapie met hoge intensiteit (een uur per dag) aan te bieden.



Er werd namelijk geen statistisch significant verschil gevonden tussen de gemiddelde taalvaardigheid score van de beide groepen. Ook na 3 en 6 maanden was er geen verschil in taalvaardigheid tussen beide groepen te zien.

Achtergrondinformatie over het onderzoek

In de Rotterdam Aphasia Therapy (RATS)-3 studie werd vroeg gestarte intensieve afasietherapie vergeleken met later gestarte en minder frequente afasietherapie. 153 patienten met afasie werden binnen twee weken na de beroerte willekeurig ingedeeld voor ofwel intensieve (een uur per dag)
therapie gedurende 4 weken (interventiegroep), ofwel reguliere therapie gedurende 4 weken (controlegroep). Vier weken, 3 maanden en 6 maanden na de start van deze therapieen werd een test afgenomen die de alledaagse verbale communicatie meet.



Dit onderzoek is, onder leiding van neuroloog dr. Lonneke de Lau van het Erasmus MC, uitgevoerd in 23 ziekenhuizen en 63 vervolginstellingen.



De Hersenstichting zet alles op alles om hersenen gezond te houden, hersenaandoeningen te genezen en patientenzorg te verbeteren. Om dit te bereiken laten we onderzoek doen, geven we voorlichting en voeren we vernieuwende projecten uit.