"Westerse markteconomie heeft langste tijd gehad"

Historisch onderzoek naar opkomst en verval van markteconomieen

De markteconomie van onze westerse samenleving wordt vaak gezien als voorwaarde voor blijvende vooruitgang en economische groei, maar dat blijkt een misvatting. Het nieuwe boek van prof. dr. Bas van Bavel, economisch historicus aan de Universiteit Utrecht, maakt duidelijk dat alle markteconomieen door de eeuwen heen een cyclus doormaken en na een periode van opbloei in verval raken en zelfs verdwijnen. Bepaalde symptomen die in het verleden steeds het verval van een markteconomie aankondigden, zijn in onze tijd ook zichtbaar. Het is daarmee aannemelijk dat het einde van de Westerse markteconomie in zicht is.

Historisch onderzoek

Markteconomieen, die de uitwisseling van goederen, kapitaal, arbeid en grond vooral via de markt regelen, komen al lang in de geschiedenis voor. Terwijl veel economen en beleidsmakers vooral naar de korte termijn kijken heeft Van Bavel zich juist gericht op een periode van meerdere eeuwen. Uit deze benadering komt een verassend beeld naar voren: het blijkt dat groei en vrijheid niet ontstaan dankzij markteconomieen, maar er juist aan voorafgaan.

Van Bavel onderzocht de drie meest invloedrijke markteconomieen van voor het industriele tijdperk: Irak in de vroege middeleeuwen (6e-12e eeuw), Italie in de hoge middeleeuwen (11e-15e eeuw) en de Nederlanden in de late middeleeuwen en vroegmoderne periode (12e-18e eeuw).

Cyclus van opkomst en verval

De onderzochte markteconomieen maakten dezelfde cyclus door. In eerste instantie ontstaat door sociale opstanden een situatie van relatief grote sociale gelijkheid en welvaart. Die leidt ertoe dat de opkomst van een markteconomie mogelijk is. Deze markteconomie stimuleert aanvankelijk de

economie nog verder, maar daarvan profiteert vooral een kleine elite, die zich ook politieke macht verwerft. Groeiende ongelijkheid en toenemende onvrijheid zijn het gevolg. Speculatie door de elite, die haar geld steeds minder in productie investeert en steeds meer in financiele markten en

het verwerven van politieke invloed, luidt uiteindelijk de fase van economisch verval in met als gevolgd dat de markteconomie verdwijnt.

Het eind van onze markteconomie?

Dit historische patroon kun je ook doortrekken naar het heden, stelt Van Bavel. In onze tijd zijn de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en West-Europa de vooraanstaande markteconomieen. De symptomen die in het verleden steeds het verval van een markteconomie aankondigden, zijn in onze

tijd ook zichtbaar: zo is de vermogensongelijkheid in de westerse samenleving de afgelopen decennia toegenomen (Van Bavel sprak hierover al verschillende keren in de media, zie bijvoorbeeld hier en hier), en een kleine elite gebruikt haar geld om ook politieke invloed uit te oefenen. In

Amerika zie je dit bijvoorbeeld in de financiering van verkiezingscampagnes en in de invloed van mediatycoons op de publieke opinie. Ook het uiteenspatten van speculatiebubbels op financiele markten is een aanwijzing dat onze markteconomie zijn langste tijd heeft gehad. In de geschiedenis is

er geen enkel voorbeeld van een markteconomie die aan deze cyclus wist te ontsnappen. In alle gevallen zien we economische stagnatie, groeiende materiele ongelijkheid, politieke ongelijkheid en uiteindelijk het verdwijnen van markten. Het is onwaarschijnlijk dat onze huidige markteconomie

hieraan ontkomt.

Boek

Bas van Bavel, The Invisible Hand? How Market Economies have Emerged and Declined Since AD 500, Oxford University Press, juli 2016, ISBN 9780199608133.

Dit onderzoek van Bas van Bavel maakt deel uit van het universitaire thema Institutions for Open Societies.