In hoger beroep 36 maanden celstraf geeist voor poging doodslag op b..


14 juli 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal in Den Bosch heeft in hoger beroep een gevangenisstraf van 36 maanden geeist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, tegen een 30-jarige man uit Den Bosch. Volgens het OM heeft de verdachte op 24 augustus 2010 zijn vijf maanden oude zoontje door elkaar geschud met onder meer
hersenletsel als gevolg. Op de bewuste dag paste de man op de baby.

De verdachte heeft van meet af aan ontkend. De rechtbank heeft hem veroordeeld voor poging tot doodslag tot 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. De eis van de officier van justitie was 3 jaar. Zowel het OM als de verdachte heeft hoger beroep aangetekend tegen dit
vonnis. Het OM kan zich vinden in de bewezenverklaring van de rechtbank, maar vindt de opgelegde straf onvoldoende recht doen aan de ernst van de feiten.

De combinatie van de medische bevindingen vormen volgens een deskundige die heeft gerapporteerd in de zaak een zeer sterke aanwijzing dat het letsel is ontstaan door geweld. Een contra-expertise wees eveneens uit dat de oorzaak van het letsel bij het kind veeleer het gevolg is geweest van
geweld dan van bijvoorbeeld een ongeluk of een medische aandoening.

De moeder van het kind heeft onder meer verklaard dat zij de baby eerder die dag nog had verzorgd en dat er toen niets aan de hand leek. Toen zij 's middags thuiskwam, was het kind zichtbaar veranderd. Volgens de verdachte is het jongetje in de loop van de middag suffig en bleek geworden. De
man heeft een ambulance gebeld, later die middag is de baby naar het ziekenhuis vervoerd en daar onderzocht.

Volgens de advocaat-generaal kan het niet anders dan dat het kind het letsel heeft opgelopen door toedoen van de verdachte. Daarbij heeft de verdachte bewust de kans aanvaard dat het slachtoffertje zou komen te overlijden.

In zijn requisitoir merkte de advocaat-generaal op dat het jongetje op de bewuste middag aan de zorg van zijn vader was toevertrouwd. Een baby is volkomen afhankelijk van degene die voor hem zorgt, aldus de aanklager in hoger beroep. ,,Op verdachte rustte de volledige verantwoordelijkheid voor
de gezondheid en het welbevinden van het kind. Verdachte is daarin in zeer ernstige mate tekortgeschoten. Daaraan doet niet af dat hij het zelf is geweest die als eerste 112 belde en de hulpverlening in gang zette.''

Hierbij tekende de advocaat-generaal aan dat de verdachte geen opening van zaken heeft gegeven. Hij heeft geen verantwoording willen afleggen, geen zelfinzicht of berouw getoond. Dit maakt het voor de moeder moeilijker deze traumatische gebeurtenis te verwerken. De gevolgen van de
gebeurtenissen voor het kind zijn nog niet definitief duidelijk; wel zijn er aanwijzingen dat het jongetje er lichamelijke en geestelijke gevolgen van ondervindt. De moeder van het kind heeft hiervan melding gemaakt in haar slachtofferverklaring.

Uitspraak (naar verwachting) over twee weken.

Deel dit op

*