Tuchtrecht | Geen of onvoldoende zorg | ECLI:NL:TGZRZWO:2016:112

ECLI: ECLI:NL:TGZRZWO:2016:112

Datum uitspraak: 04-11-2016

Datum publicatie: 04-11-2016

Zaaknummer(s): 020/2016

Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg

Beroepsgroep: Tandarts

Beslissingen: Gegrond, geen maatregel

Inhoudsindicatie: Klacht tegen tandarts gegrond. Geen maatregel. Verweerder had geen antibiotica mogen voorschrijven als diagnostisch middel. Voor verweerder was het niet mogelijk binnen de PI om roentgenfoto's van patient te (laten) maken. Onder deze omstandigheden is het handelen van verweerder niet binnen de normen, maar wel invoelbaar, en derhalve geen oplegging van maatregel. Publicatie van de uitspraak is gelast.

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

Beslissing d.d. 4 november 2016 naar aanleiding van de op 5 februari 2016 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van

A, verblijvende in B,

k l a g e r

-tegen-

C, tandarts, werkzaam te D,

bijgestaan door mr. R.J. Borghans, advocaat te Arnhem,

v e r w e e r d e r

1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Dit blijkt uit het volgende:

- het klaagschrift met de bijlagen;

- het verweerschrift met de bijlagen;

- de repliek;

- de dupliek;

- de op 8 september 2016 ontvangen brief met bijlagen van de zijde van verweerder.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid om te worden gehoord in het kader van het vooronderzoek.

De zaak is behandeld ter openbare zitting van 23 september 2016, alwaar verweerder is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Klager is, na telefonische berichtgeving vooraf, niet verschenen.

2. DE FEITEN

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.

Klager, geboren in 1984, heeft zich op 15 juli 2016 in de Penitentiaire Inrichting (hierna P.I.) E te D, gemeld bij verweerder, tandarts in de P.I. D, in verband met gebitsproblemen.

In de medische gegevens is over de contacten met verweerder, voor zover thans van belang, het navolgende opgenomen:

"14-07-2015 S EBR.vp. Briefje tandarts.

Stuk kies afgebroken.

15-07-2015 P AMOXICILLINE/CLAVULAANZUUR TABLET 500/125MG 21 3D1T

(Tandarts.)-(Geleverd.)

29-07-2015 S gw-vp: opgeroepen voor de tandarts. Dhr wil de tijd en behandeling

bepalen vanwege bezoek. Geeft ook aan dat hij het belachelijk vindt

dat er alleen op woensdag een tandarts is. Weigert de aangeboden

behandeling en zegt in beklag te gaan.

24-08-2015 S RK-vpk: wil graag de noodvulling eruit.

O naar spreekuur tandarts.

11-09-2015 S AT vpk; spreekt mij aan op gang bij tandarts en vraagt of ik even

naar zijn lip kan kijken.

O koortslip

P zovirax uit voorraad meegegeven op cel.

25-09-2015 S Ef-vpk: kiespijn.

O sprekersbriefje tandarts gedateerd op 23-09-2015.

E tandklachten

P toegeleiding tandarts.

13-10-2015 S RK-vpk: kiespijn

O Doorverwezen naar de tandarts

28-10-2015 S gw-vp: lijst tandarts

13-11-2015 S AT-vpk: geeft aan kiespijn te hebben en sinds 4 wk niet meer

opgeroepen te zijn door tandarts.

O 10 brufen vzn toegezegd

P 10 brufen vzn naar afdeling.

14-12-2015 S RK-vpk: kiespijn

O doorverwezen naar de tandarts.

16-12-2015 S AT-vpk: op verzoek tandarts kuur bestellen.

P MED: Apotheek F 16-12-2015 AUGMENTIN TABLET

500/125MG 3D1T 21 stuk (aut: OAO)

21-12-2015 S HZ-MB; Klacht over behandeling tandarts. Heeft pijn welke maar

steeds niet overgaat. Vindt de tandarts niet kundig. Uit zich boos.

Zegt niet voor zich in te staan als hij weer naar deze man moet.

Zegt dat hij een kroon wil en dat hij deze wil betalen. Zegt dat hij

in PI B een goede tandarts heeft gehad. Zegt dat

hij zuinig op zijn gebit is. Zegt dat hij nog geen 5 min. bij de

tandarts binnen is. Hij is het niet eens met de antibiotica welke hij

gekregen heeft. Hij heeft het idee dat de tandarts maar wat

probeert, niet serieus een behandeling opstart. Voelt zich niet

serieus genomen door de tandarts.

O Samen met dhr. de tandartskaart doorgenomen. Heeft aan vier

elementen klachten. Een element doet hem erg veel pijn. Goed

verzorgd gebit.

Dhr. is afgestraft.

E Ontevreden over behandeling tandarts.

Verwachtingen onduidelijk en onduidelijkheid in behandeling

P Klacht met tandarts doornemen. Met afdelingshoofd van dhr.

gesprek aangaan. Klacht wordt doorgezet naar IMA."

Op de tandartskaart is door verweerder, voor zover thans van belang, genoteerd:

"Datum Verrichtingen

15/7/15 HJC + TST

endo 45 (AB) Pat doet moeilijk!!

retour 2 wk opgeroepen. Wil niet nu

29/7/15 `a want heeft bezoek. Wil alleen

5/8/15 endostart 45 wanneer het hem uitkomt!!

(pat geeft aan geen pijn loopt boos weg!

te hebben!) Begint gelijk te dreigen met

heeft excuses gemaakt! Beklag!!

7/10/15 Om 835opgeroepen,

Niet gekomen

14/10/15 29 mnd def afgestraft!

cc aanvraag kroon 45!!

11/11/15 Wil niet volgens CP

bezoek

18/11/15 47 ingeslepen ivm

te hoog.

25/11/15 last gevoelige tandhals 36

nogmaals uitleg Sensodyne (deze gebruikt hij maar ook andere!)

16/12/15 47 ob

AB preventief ivm 37

uitleg gegeven

6/1/16 37 nog pijnlijk, AB niet aangeslagen

nogmaals uitleg gegeven gevoelige

tandhalzen.

Aanvraag voor desensibilisatie

37!!

Bedreiging door gedetineerde?!

Zal mij wel even

naar de TA sturen

27/1/16 endostart 37 (klopgevoelig)

Uitleg betreffende

last gedurende aantal

dagen!!

Heeft geen excusses

gemaakt!!

10/2/16 Pat slikt geen pijn med.

Geeft deze [onleesbaar, RTC]

weer terug! Zie

[onleesbaar]!!

?/2/16 endostart 45?

aanvraag

?/2/16 Opgeroepen consult, [onleesbaar, RTC]"

In juli 2015 is een wortelkanaalbehandeling gestart in element 45 die in augustus 2015 is afgemaakt. Op 14 oktober 2015 heeft verweerder een aanvraag gedaan voor het plaatsen van een kroon op element 45. Op 18 november 2015 is dit verzoek afgewezen door de adviserend tandarts.

Tandarts G, tandheelkundige adviseur DJI, heeft op 18 november 2015 aan klager geschreven, voor zover thans van belang:

"Er is voor u een machtiging voor een kroon aangevraagd. Dit is geen verrichting in het verstrekkingenpakket Mondzorg van het Vademecum DJI. Tandheelkundige hulp binnen is slechts gebaseerd op spoedhulp. Met de huidige plaktechnieken en witte vulmaterialen kunnen tanden en kiezen op een eenvoudige en doelmatige manier verstevigd worden. Vanwege deze twee redenen spreken we, wat de afwijzing van de kroon betreft, van verantwoorde zorg.

(...)

De kroon is geen verstrekking binnen DJI en de bewuste kies is op verantwoorde manier behandeld."

Er heeft een wortelkanaalbehandeling plaatsgevonden, uitgevoerd door verweerder, aan element 37, in januari 2016.

Er is door verweerder Augmentin voorgeschreven op 15 juli 2015, zulks in verband met de pijnklachten aan element 45 en voor de klachten aan element 37 op 16 december 2015.

Klager heeft een klacht over de behandeling door verweerder ingediend bij de DJI. De tandheelkundig adviseur G heeft deze klacht, bij brief van 18 november 2015, afgewezen.

Klager is nadien op zijn verzoek overgeplaatst naar de P.I. H te I.

3. HET STANDPUNT VAN KLAGER EN DE KLACHT

Klager verwijt verweerder -zakelijk weergegeven- dat de tandheelkundige behandeling van klager onvoldoende en onzorgvuldig is geweest en de tandheelkundige behandelingen de (pijn)klachten van klager niet hebben weggenomen.

4. HET STANDPUNT VAN VERWEERDER

Verweerder voert -zakelijk weergegeven- aan dat hij klager binnen het kader van de DJI, het Vademecum Mondzorg van het Ministerie van Veiligheid en Justitie ruimschoots de zorg heeft geboden die hij kon en mocht bieden.

5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE

5.1

Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.

5.2

Verweerder heeft klager, in verband met de door klager ervaren pijnklachten aan de elementen 45 en 37, antibiotica voorgeschreven. Verweerder heeft daartoe aangevoerd dat het zijn eerste keus was om roentgenfoto's te laten maken van de bedoelde elementen. In de P.I. was dat bij gebrek aan geschikte apparatuur niet mogelijk. Verweerder heeft al gedurende lange tijd en bij herhaling bij de directie van de P.I. aangedrongen op het beschikbaar stellen van apparatuur ten behoeve van het kunnen maken van zelf ontwikkelende roentgenfoto's. Tot op heden heeft verweerder, desondanks, nog steeds geen mogelijkheden om roentgenfoto's te maken, dan wel die te ontwikkelen. Verweerder heeft zelf niet de bevoegdheid om buiten de P.I. roentgenfoto's van een gedetineerde te laten maken. De beslissing of een gedetineerde de P.I. mag verlaten is voorbehouden aan de directeur van de P.I..

Gelet op het voorgaande heeft verweerder antibiotica voorgeschreven om uit te sluiten of sprake was van een ontsteking aan de elementen 45 en 37. Het college is van oordeel dat antibiotica slechts een geneesmiddel is en in een geval als het onderhavige niet dient te worden ingezet als diagnostisch middel. Dit geldt ook nu verweerder, in verband met de binnen de P.I. gegeven werkomstandigheden, geen mogelijkheid had om een roentgenfoto te maken. Het als diagnosticum voorschrijven van antibioticum is niet conform de huidige inzichten en richtlijnen voor het antibioticagebruik in de tandheelkunde. Verweerder staan als diagnosticum andere middelen ter beschikking, zoals thermisch testen, percussietesten en een proefboring. Verweerder mocht, zeker gelet op de werkomstandigheden van de tandarts, wel starten met een wortelkanaalbehandeling zonder het maken van een roentgenfoto. Verweerder had na het starten van de wortelkanaalbehandeling, al naar gelang verweerder aantrof, eventueel antibiotica voor mogen schrijven. Waarbij overigens geldt dat in de tandheelkundige praktijk het voorschrijven van antibiotica met de nodige terughoudendheid dient te geschieden.

Dat verweerder de wortelkanaalbehandelingen niet zorgvuldig heeft uitgevoerd, is het college niet gebleken. De behandeling naar aanleiding van de aanhoudende pijnklachten van klager heeft weliswaar langer geduurd dan wenselijk, dit leidt evenwel niet tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt.

Op verzoek van klager om een kroon te plaatsen heeft verweerder uit zorgvuldigheidsoverwegingen een kroon aangevraagd. Dat verweerder daarmee te lang heeft gewacht is het college niet gebleken. Gelet op het Vademecum Verstrekkingenpakket medische zorg van de Dienst Justitiele Inrichtingen was weliswaar te verwachten dat de machtiging werd geweigerd, maar verweerder heeft zorgvuldig gehandeld door deze beslissing aan de tandheelkundig adviseur van de DJI over te laten.

De klacht van klager is gelet op het voorgaande deels gegrond.

5.4

Uit hetgeen hiervoor is overwogen blijkt dat de klacht deels gegrond is.

Het college is van oordeel dat het opleggen een maatregel in dit geval niet gerechtvaardigd is en overweegt daartoe het volgende. Verweerder heeft ter zitting aangevoerd - en het college heeft geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid daarvan - dat al veelvuldig is verzocht aan de directie om zorg te dragen voor adequate apparatuur voor het maken van roentgenfoto's. Ondanks herhaaldelijk verzoek is daaraan niet tegemoet gekomen. Het handelen van verweerder is weliswaar niet binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening gebleven, maar wel invoelbaar, gezien de hem ter beschikking staande apparatuur waarmee verweerder in de PI zijn diagnostiek moest uitvoeren.

Het college zal bepalen, gelet op redenen aan het algemeen belang ontleend, dat deze uitspraak, na het onherroepelijk worden, gepubliceerd zal worden in de Nederlandse Staatscourant en worden aangeboden aan na te noemen tijdschriften.

6. DE BESLISSING

Het college:

- verklaart de klacht gegrond;

- legt geen maatregel op;

- bepaalt dat deze beslissing nadat deze onherroepelijk is geworden in geanonimiseerde vorm in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften `Tijdschrift voor Gezondheidsrecht' en `Gezondheidszorg Jurisprudentie' en `Het Tandartsenblad'.

Aldus gedaan door mr. E.W. de Groot, voorzitter, mr. dr. E.M. Plomp, lid-jurist,

J. Dam, R. Rowel en R.T. Thomson, leden-tandartsen, in tegenwoordigheid van

mr. J.W. Sijnstra-Meijer, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op

4 november 2016 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van

mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.

voorzitter

secretaris

Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:

a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;

b. degene over wie is geklaagd;

c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.

Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.