Tuchtrecht | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose | ECLI:NL:TGZREIN:2016:81

ECLI:NL:TGZREIN:2016:81

Datum uitspraak: 09-11-2016

Datum publicatie: 09-11-2016

Zaaknummer(s): 15147

Onderwerp: Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose

Beroepsgroep: Tandarts

Beslissingen: Gegrond, waarschuwing

Inhoudsindicatie: Klager verwijt de tandarts dat hij totaalextractie heeft uitgevoerd terwijl maar 3 tanden waren aangetast. Daarbij klager niet adequaat geinformeerd over uit te voeren behandeling en tekortgeschoten in dossierplicht. Verweerder: totaalextractie was gewenst en geindiceerd. College: Uit medisch dossier niet af te leiden dat totaalextractie was geindiceerd. Geen gedegen onderzoek. Niet kan worden vastgesteld juiste behandeling. Tekortgeschoten in informatie- en dossierplicht. Waarschuwing

------------------

Uitspraak: 9 november 2016

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

TE EINDHOVEN

heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 28 september 2015 binnengekomen klacht van:

[A]

verblijvende te [B]

klager

gemachtigde mr. H.G.M. Hilkens te Echt

tegen:

[C]

tandarts

werkzaam te [B]

verweerder

gemachtigde mr. D.N.R. Wegerif te Utrecht

1. Het verloop van de procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

- het klaagschrift met bijlagen

- het verweerschrift, de aanvulling daarop en een cd-rom

- de repliek

- de dupliek.

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van het aangeboden mondelinge vooronderzoek.

De klacht is ter openbare zitting van 30 september 2016 behandeld. De gemachtigde van klager en verweerder en zijn gemachtigde waren aanwezig. Klager was met bericht afwezig.

2. De feiten

Het gaat in deze zaak om het volgende.

Klager is naar aanleiding van aanhoudende tandklachten op 16 mei 2013 - tijdens zijn detentie - door de tandarts verwezen naar de polikliniek kaakchirurgie van het ziekenhuis.

In de verwijzingsbrief van de tandarts is vermeld: "Dhr. heeft meerdere carieuze elementen en veel pijn. Geeft aan dat hij meerdere gecompliceerde krommingen aan de wortels heeft. Om een totaalplan te kunnen maken en extracties te vergemakkelijken, is een OPT (orthopantomogram) nodig (overzichtsfoto)."

Klager is op 27 juni 2013 door verweerder gezien op de polikliniek. Voorafgaand aan het consult heeft klager een gezondheidsvragenlijst ingevuld. In de status is vermeld:

"27 juni 2013. pat erg bang, pat wenst te, risico's besproken.

Multiple caviteiten, PAC's, PMP botafbraak 19/08/2014

CP 17,38,35, slechte mhg

Indien u akkoord gaat

1. Vpi bk +ok door eigen ta 2. Narcose + te bk + plaatsen Vpi."

Verweerder heeft op 27 juni 2013 het navolgende geschreven aan de tandarts:

"bovenstaande patient werd heden op onze polikliniek gezien.

Anamnese/bevinding:

Patient erg bang, wenst totaalextractie onder algehele narcose.

Diagnose:

Diep carieuze (caries profunda) 17/38/35

Behandeling:

Indien u akkoord gaat:

1 vervaardigen volledige prothese interim door eigen tandarts

2 afspraak voor totaalextractie onder narcose + plaatsen volledige interim boven- en onderkaak."

Op 11 december 2013 is door verweerder op de dagbehandeling onder narcose de totaalextractie uitgevoerd. Op 12 december 2013 heeft verweerder de tandarts het navolgende bericht:

".... Onder algehele anaesthesie werd totaal extractie bovenkaak en onderkaak gedaan en de volledige prothese interim bovenkaak en onderkaak gedaan en de volledige prothese interim aangepast en geplaatst..."

Op 27 februari 2014 kwam klager bij verweerder op de polikliniek in verband met klachten vanwege de prothese. Klager had last van kokhalsneigingen bij het dragen van de volledige prothese. In de brief aan de tandarts heeft verweerder genoteerd:

"...

Anamnese/bevinding

Klinisch kleine mandibula, geen retentie volledige prothese onderkaak

Kokhalsneiging volledige prothese bovenkaak

Beleid:

1 retour tandarts

3 retour LZR na juni 2014 voor aanvragen machtiging 2 implantaten onderkaak

4 3 vervaardigen horseshoe gebit bovenkaak en plakken, plannen afspraak implantologie bovenkaak"

Verweerder heeft op 1 oktober 2014 nog een kostenbegroting voor twee implantaten gestuurd naar de medisch adviseur van het ministerie van Justitie.

3. Het standpunt van klager en de klacht

Klager verwijt verweerder dat hij, in strijd met hetgeen een behoorlijk handelend kaakchirurg betaamt, overgegaan is tot een totaalextractie terwijl slechts 3 tanden waren aangetast. Daarnaast heeft verweerder verwijtbaar nagelaten klager adequaat te informeren omtrent de uit te voeren behandeling en is hij tekortgeschoten in zijn dossierplicht.

4. Het standpunt van verweerder

Verweerder is van mening dat hem geen tuchtrechtelijke verwijt gemaakt kan worden. Op het verdere verweer zal hierna, voor zover nodig, worden ingegaan.

5. De overwegingen van het college

Het college acht de klachtonderdelen gezien het navolgende gegrond.

Verweerder stelt dat klager bij hem kwam met de mededeling dat hij erg bang was voor de tandarts en dat hij een totaalextractie wenste. Op grond van het beeldvormend materiaal en het door hem verrichte onderzoek achtte verweerder, daarbij rekening houdende met de expliciete wens van klager, een totaalextractie geindiceerd. Er was in de visie van verweerder sprake van een onverzorgd en verwaarloosd gebit, meerdere diepe carieuze aantastingen van de elementen, apicale wortelontstekingen, ontstoken tandvlees met botaantasting, wortelcaries, botafbraak aan de voortanden en kiezen als gevolg van langdurige paradontale ziekte, tandsteenvorming en slechte mondhygiene. Klager daarentegen stelt zich op het standpunt dat er slechts sprake was van een drietal beschadigde tanden, zodat er van uitgegaan dient te worden dat er diverse behandelmogelijkheden waren gericht op totaal- of deelbehoud van het gebit.

In een situatie waar de stellingen van partijen lijnrecht tegenover elkaar staan dient het college af te gaan op objectiveerbare gegevens. Uit het medisch dossier valt niet af te leiden dat er bij klager sprake was van de door verweerder geschetste toestand van het gebit waarvoor een totaalextractie was geindiceerd. Het beeldvormend materiaal alsmede de aantekeningen in de status geven daarvoor te weinig aanknopingspunten. Dat maakt dat et college ervan moet uitgaan dat verweerder geen gedegen onderzoek heeft verricht en dat niet kan worden vastgesteld dat verweerder de juiste behandeling heeft voorgesteld en toegepast.

Uit het voorgaande vloeit tevens voort dat verweerder tekort geschoten is in zijn informatie- en dossierplicht. Immers uit het dossier blijkt niet wat er precies met klager is besproken, welke behandelopties aan klager zijn voorgehouden en of de risico's, verbonden aan een dergelijke ingreep, voldoende aan bod zijn gekomen. De status vermeldt in dit opzicht uitsluitend dat de risico's besproken zijn. Voorts stelt verweerder dat aan klager foldermateriaal met betrekking tot het trekken van tanden en kiezen is meegegeven, maar dit wordt door klager ontkend en uit de status blijkt niet dat deze folder aan klager is meegegeven.

De maatregel

Wat betreft de maatregel overweegt het college het volgende.

Het college twijfelt er niet aan dat verweerder het belang van klager voor ogen heeft gehad, maar verweerder heeft nagelaten van zijn bevindingen en voorlichting aan klager zorgvuldig verslag te doen in het medisch dossier. Wel heeft verweerder zich toetsbaar opgesteld, heeft hij veel uitleg gegeven en is een deel van zijn stellingen niet weersproken. Het college acht alles bijeengenomen een waarschuwing op zijn plaats.

6. De beslissing

Het college:

- verklaart alle klachtonderdelen als hiervoor overwogen gegrond

- waarschuwt verweerder.

Aldus beslist door mr. K.A.J.C.M. van den Berg Jeths-van Meerwijk als voorzitter,

mr. C.D.M. Lamers als lid-jurist, J.G.J.M. Niessen, G.L.M.M. van der Werff en

R.C.M. van Gorp als leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van mr. M. van der Hart als secretaris en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2016 in aanwezigheid van de secretaris.