Besturen blijven vrij in keuze samenwerking


16-11-2016
Goed Bestuur, Huisvesting, Krimp

Staatssecretaris Dekker van Onderwijs ziet geen aanleiding om samenwerkingsvormen tussen schoolbesturen bij wet te verbieden, zoals de SGP heeft voorgesteld. Wel waarschuwt Dekker in een brief aan de Kamer dat besturen het verbeteren van de onderwijskwaliteit voorop moeten stellen bij hun
samenwerking en dat zij moeten waken voor het behoud van hun autonomie.

Leerlingendaling is in grote delen van Nederland een reden voor schoolbesturen om de handen ineen te slaan in verband met de schaalvoordelen die samenwerking biedt. Daarnaast werken schoolbesturen steeds vaker samen met kinderopvang en zorg als gevolg van het groeiende inzicht in het belang
van een doorlopende leer- en ontwikkellijn.

Nieuwe vormen

Nieuwe samenwerkingsvormen zoals een holding of een personele unie kunnen voor besturen een manier zijn om in een steeds complexere omgeving te overleven zonder hun zelfstandigheid en eigenheid te verliezen, schrijft Dekker. Uit onderzoek dat hij heeft laten doen blijkt dat meer flexibele
vormen van samenwerking zoals een samenwerkingsovereenkomst, worden gezien als te vrijblijvend. Een fusie kan daarentegen weer teveel afbreuk doen aan de eigen autonomie of identiteit, of wordt belemmerd door de fusietoets, door wettelijke voorwaarden aan samenwerking tussen verschillende
denominaties of door de verschillende wetgeving die geldt voor onderwijs, zorg en kinderopvang.

Eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid

De conclusie: het maakt niet zozeer uit welke vorm de samenwerkende besturen kiezen, maar in hoeverre zij nog in positie zijn om hun eigen bestuurlijke verantwoordelijkheid autonoom in te vullen. Het heeft volgens Dekker dan ook geen zin om de samenwerking enkel op papier te beoordelen. De
praktijk laat zien of de samenwerking daadwerkelijk functioneert.

Risico's

Daarbij wijst Dekker op een aantal specifieke risico's. Zo is het niet toegestaan om het intern toezicht te vervangen voor een orgaan op het niveau van de bestuurlijke samenwerkingsvorm. Ook de verplichting om een medezeggenschapsorgaan met bijbehorende rechten te hebben blijft volledig van
kracht. Zelfs wanneer de zaken formeel netjes zijn geregeld, bestaat het risico dat leraren, ouders en leerlingen in de praktijk buitenspel staan bij belangrijke beslissingen over hun scholen, schrijft Dekker.

Wat vindt de PO-Raad

De PO-Raad is van mening dat het aan de besturen zelf is om te kiezen voor een vorm van samenwerking die het beste past in de eigen situatie. Dat besturen daarbij hun eigen - wettelijk vastgelegde - verantwoordelijkheid moeten kunnen blijven waarmaken spreekt wat de PO-Raad betreft voor zich.

Ondersteuning bij samenwerking

Op leerlingendaling.nl staat de brochure `Samen aan de slag met leerlingendaling', speciaal voor het primair onderwijs. Deze handreiking biedt inzicht in de stappen die schoolbesturen kunnen doorlopen als zij willen samenwerken.

De accountmanagers leerlingendaling die namens het ministerie in het land actief zijn, ondersteunen besturen en geven advies over mogelijke samenwerkingsvormen.

De PO-Raad zal nagaan hoe het juist omgaan met verschillende vormen van bestuurlijke samenwerking kan worden opgenomen in de volgende versie van de Code Goed Bestuur. Verder ondersteunt de PO-Raad haar leden met informatie.

Meer weten?

Heeft u een vraag? Stel uw vraag aan de Helpdesk of aan beleidsadviseur Gertjan van Midden

De brief van staatssecretaris Dekker en het bijbehorende onderzoeksrapport leest u hier.

Laatst gewijzigd:
woensdag 16 november 2016