Nieuwsbericht | 16-11-2016 | 16:00

De komende jaren investeert minister Edith Schippers (Sport) fors in de Nederlandse topsport. Op weg naar de Olympische Winterspelen in Pyeongchang en de Olympische Zomerspelen in Tokyo is jaarlijks EUR 12,5 miljoen extra beschikbaar. Schippers richt haar pijlen op (nieuwe) talent- en topsportprogramma's (8 miljoen euro extra), voorzieningen voor topsporters en coaches (1 miljoen euro extra) , Paralympische topsport- en talentprogramma's (1 miljoen euro extra) en topsportevenementen (2,5 miljoen euro extra). Ook maakt Schippers binnen het al bestaande sportbudget ruim een half miljoen euro vrij om topsporters te ondersteunen die na hun sportcarriere een maatschappelijke carriere willen starten. Dat schrijft de minister vandaag in haar brief over het Nederlandse sportbeleid aan de Tweede Kamer. Daarmee stijgen de totale uitgaven aan de Nederlandse topsport van ongeveer 40 miljoen euro in 2016 naar ruim 50 miljoen euro in 2017.

De afgelopen jaren heeft de Nederlandse topsport een goede ontwikkeling doorgemaakt, waardoor steeds meer sporters en programma's de aansluiting hebben gevonden bij de mondiale top. Als klein land hebben we de ambitie om bij de top-10 van beste landen ter wereld te horen. Volgens Schippers is daarom structureel geld nodig voor onder andere (nieuwe) talent- en topsportprogramma's, paralympische programma's, coaches en voorzieningen voor topsporters (o.a. stipendium en onkostenvergoeding).

Sportevenementen

Door de fusie tussen de Staatsloterij en De Lotto is er van 2016 tot 2019 2,5 miljoen euro per jaar extra beschikbaar. De minister wil dit geld gebruiken om de komende jarenextra te investeren in grote sportevenementen. Voor het jaar 2017 staan bijvoorbeeld evenementen als Grand Final Triathlon Series, EK Hockey, EK 3x3 basketbal, het EK vrouwenvoetbal en het WK Shorttrack op het programma. Voor 2018 het WK Schaatsen Allround, WK veldrijden, Volley 2018, EK Atletiek Cross Country, Motorcross of Nations, finish Volvo Ocean Race en het WK baanwielrennen.

Maatschappelijke carriere topsporters

Samen met NOC*NSF en de atletencommissie werkt de minister aan een plan om topsporters na hun sportcarriere naar een maatschappelijke carriere te begeleiden. De contouren van dit plan zijn inmiddels met (ex-)topsporters besproken. Uitgangspunt is dat de topsporter zelf verantwoordelijk is voor de regie over zijn of haar loopbaan, inclusief een carriere na de topsport: tijdens de topsportcarriere kunnen sporters workshops volgen, gericht op een leven na de sport. Ook wordt de loopbaancoaching op de Centra voor Topsport en Onderwijs meer op maat gemaakt. Na afloop van de topsportcarriere wordt extra ingezet op ondersteuning van de sporter door intakegesprekken met een carrierecoach en een persoonlijk ontwikkelplan voor onder meer studiekeuze, loopbaanbegeleiding, werkbemiddeling, psychosociale en psychologische begeleiding en medisch advies.

Voortgang Naar een Veiliger Sportklimaat

In dezelfde brief gaat de minister in op de resultaten van het programma `Naar een Veiliger Sportklimaat (VSK)'. Zo is het aantal Verklaringen Omtrent Gedrag in de sport het afgelopen jaar fors gestegen: van 25.281 naar 64.612. Ook hebben ten opzichte van vorig jaar meer scheidsrechters een weerbaarheidtraining gevolgd: 3.516 naar 4.110, is het aantal excessen in het amateurvoetbal gedaald, van 319 naar 305 en bieden meer sportverenigingen veiligheidscursussen aan.

Meer informatie over het programma `Naar een Veiliger Sportklimaat' en de activiteiten is te vinden op www.veiligsportklimaat.nl.