Hof Justitie : dossiers moeten openbaar


Hof van Justitie over openbaarmaking: geeft De Bijenstichting zo ruim mogelijke toegang tot toelatingsdossiers landbouwgif

Den Haag, 20161123 -- De Bijenstichting is zeer verheugd met het arrest van het Hof van Justitie. Vandaag (23 november 2016) heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg prejudiciële vragen beantwoord over de openbaarmaking van tests en studies die ten grondslag liggen aan toelatingen van bestrijdingsmiddelen die op “imidacloprid” zijn gebaseerd en die De Bijenstichting aanvecht.

Het College voor het Beroep voor het Bedrijfsleven heeft dezevragen aan het Hof van Justitie gesteld naar aanleiding van een verzoek om openbaarmakingvan De Bijenstichting. Het gaat om 84 documenten, waarvan het merendeel van Bayer CropScience. 

In de Europese Milieu-informatierichtlijn staat dat informatie over emissies in het milieusowieso openbaar moeten worden gevraagd. Het Hof van Justitie geeft nu aan dat een zoruim mogelijke uitleg moet worden gegeven aan “emissies in het milieu”. Milieu-informatiemoet op de breedst mogelijke manier systematisch aan het publiek ter beschikking wordengesteld en worden verspreid. Dat is ook het doel van het Verdrag van Aarhus. Er is geenonderscheid tussen “emissies”, enerzijds en “lozingen en ander vrijkomen van stof in hetmilieu” anderzijds. Anders zou er sprake zijn van een kunstmatig onderscheid.

Het gaat bij“emissies om het milieu” niet alleen om “emissies afkomstig van installaties”, maar ook om“emissies in het milieu” bij het vrijkomen in het milieu van producten of stoffen afkomstigvan gewasbeschermingsmiddelen of biociden of hun werkzame stoffen. Omdat DeBijenstichting vreest dat bepaalde gewasbeschermingsmiddelen schadelijk zijn voor bijen enom haar in staat te stellen de daadwerkelijke of voorzienbare emissies te controleren moetzij een zo ruim mogelijke toegang krijgen tot het toelatingsdossier van de betrokkenmiddelen, zowel voor wat betreft de invloeden die emissies op de kortere als de langeretermijn kunnen hebben. Het gaat met name om de residuen die na het gebruik van hetproduct in het milieu aanwezig zijn en studie over de mate van stofdrift bij dit gebruik,ongeacht of deze gegevens afkomstig zijn uit (semi-)veldstudies, laboratoriumstudies oftranslocatiestudies.

Tot nu toe zijn de studies en tests geheim gehouden. Met de beantwoording van het Hof vanJustitie is nog geen einde gekomen aan de procedures bij het College voor het Beroep vanhet Bedrijfsleven. Nu het Hof van Justitie de prejudiciële vragen heeft beantwoord, zal hetCollege voor het Beroep van het Bedrijfsleven de behandeling van de zaken voortzetten enbeslissen welke studies en tests precies openbaar moeten worden gemaakt. Academischewetenschappers kunnen dan meer dan voorheen controleren of de studies van de industriecorrect zijn opgezet en uitgevoerd. Zo kan de discussie over landbouwgif en bijensterfte inmeer openheid worden gevoerd.