In hoger beroep tot een jaar cel geeist tegen tien klanten in `Valke..


30 november 2016 - Ressortsparket

De advocaat-generaal (OM) in Den Bosch heeft op de eerste zittingsdag in hoger beroep in de `Valkenburgse zedenzaak' straffen varierend van twaalf maanden onvoorwaardelijke celstraf tot vijf maanden waarvan drie maanden voorwaardelijk gecombineerd met een werkstraf van 60 uur geeist tegen tien
mannen. De mannen worden door het OM gezien als klanten van het 16-jarige meisje dat door pooierboy Armin A. seksueel werd uitgebuit in de periode 29 september tot en met 14 december 2014 onder meer in een hotel in Valkenburg. In de visie van het OM hebben de tien klanten, thans tussen de 23
en 57 jaar oud, zich schuldig gemaakt aan het tegen betaling plegen van ontucht met het minderjarige meisje.

De zaak kwam aan het licht naar aanleiding van een melding van vermissing van het meisje door haar vader. De politie nam de vermissing in onderzoek en kwam haar (profiel) tegen op een sekssite. Ze werd op 14 oktober 2014 aangetroffen in een hotelkamer in Valkenburg samen met haar `vriend en
pooierboy' Armin A. en een andere man die een klant van haar bleek te zijn. Bewijsmateriaal, zoals gebruikte condooms en de werktelefoon van het meisje, werd in beslag genomen. Het meisje verklaarde dat ze, onder invloed en dwang van Armin A., in de prostitutie terecht kwam en gemiddeld
tenminste 4 `a 5 klanten per dag had in de periode 29 september t/m 14 oktober 2014. Zij sloeg van personen die als klant bij haar kwamen en daadwerkelijk seksuele handelingen met haar verrichtten, de naam dan wel een bijzonder kenmerk op in haar werktelefoon. Het politieonderzoek naar deze
telefoongegevens (nummers, berichten en mastgegevens) en het aangetroffen bewijsmateriaal waarnaar DNA onderzoek werd verricht, leverde tientallen klanten op. Ook meldde zich, naar aanleiding van alle publiciteit in de zaak, een aantal personen zelf, die `zakelijk' contact hadden gehad met het
meisje.

Het OM vervolgde niet alleen de mensenhandelaar; hij is onherroepelijk veroordeeld tot twee jaar cel, maar ook meer dan dertig klanten. "De andere kant van seksuele uitbuiting is dat er klanten zijn die de "markt" voor deze vorm van mensenhandel in stand houden, waarbij helaas ook regelmatig
minderjarige prostituees betrokken zijn. Ook daar treedt het OM hard tegen op", zo stelde de advocaat-generaal.

De rechtbank legde aan de klanten merendeels een dag gevangenisstraf gecombineerd met een werkstraf op. Een verdachte werd vrijgesproken. De officier van justitie had veelal maandenlange celstraffen geeist al dan niet deels voorwaardelijk. Het OM stelde hoger beroep in tegen de uitspraken van
de rechtbank. Het hoger beroep richt zich tegen de door de rechtbank opgelegde (in de visie van het OM te lage) straffen en het gegeven dat de rechtbank, zo vindt het OM, in strijd met de bedoeling van de wet in een groot deel van de zaken een taakstraf zonder substantiele celstraf heeft
opgelegd.

De advocaat-generaal stelde dat substantiele onvoorwaardelijke gevangenisstraffen op zijn plaats zijn omdat deze strafsoort recht doet aan de ernst van de feiten en de ernstige gevolgen voor het meisje. "Minderjarigen moeten beschermd worden tegen seksueel misbruik. Duidelijk moet zijn dat het
bezoeken van een minderjarige prostituee voor de klant volstrekt onaanvaardbaar is. Het is daarom strafbaar en dient ook met aanzienlijke straffen bedreigd te worden. Seks met een kind tegen betaling is vanwege de minderjarige leeftijd per definitie strafbaar. Ook als het slachtoffer het zelf
wilde of leek te willen, en ook als de prostituant dacht dat hij betaalde voor seks met een volwassene. Een minderjarige prostituee wordt vanwege zijn of haar kwetsbaarheid per definitie uitgebuit. De prostituant moet zich bewust zijn van de grote schade die door zijn handelen wordt
toegebracht aan minderjarigen." Het verschil in strafeis bij deze tien verdachten is te relateren aan de ernst en frequentie van het seksueel misbruik en de persoonlijke omstandigheden van de verdachten al dan niet toegelicht op de zitting.

In vier gevallen eiste de advocaat-generaal naast een lagere dan bij de ernst van de feiten passende onvoorwaardelijke celstraf, die overigens in de visie van het OM nog steeds substantieel is, ook nog een werkstraf. Deze vier verdachten waren allen aanwezig op de zitting. Hun toelichting en
houding op zitting maakte dat de advocaat-generaal vindt dat deze eis het meest passend is.

De strafeisen van vandaag zijn:
12 maanden onvoorwaardelijk: een maal
8 maanden waarvan 5 maanden voorwaardelijk: een maal
8 maanden waarvan 6 maanen voorwaardelijk plus 120 uur werkstraf: twee maal
6 maanden waarvan 2 maanden voorwaardelijk: twee maal
5 maanden waarvan 2 maanden voorwaardelijk: twee maal
5 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk plus 60 uur werkstraf: twee maal

Op de zittingen van 6, 8 en 14 december worden de zaken van nog eens zeventien klanten behandeld.

Deel dit op

*